Je kent allicht dat verhaal van de zangerd die succes boekte, ja zelfs oogstte, met een beklijvend lied over liefdesverdriet.
Waar is het met ons misgegaan?
Nu alles beter met hem gaat, kent hij geen grote successen meer. De wereld, net wat u zegt, een onvergefelijke beerput.
Geweldig in mijn schik heb ik zelden nog schrik, zingt hij nu.
Nu ken je dus dat verhaal.
Terwijl buiten verwijten allerhande om de oren fluiten, heerst binnen vrede bij het haardvuur. Alhoewel.
Buiten keerde inmiddels de rust terug en konden de ordediensten zich terugtrekken. Binnen echter begonnen nu pas verwijten allerhande om de oren te fluiten.
De lezer begrijpt dan niet altijd waarvoor deze straffe taal bedoeld is. Soms echter schieten zelfs straffe, strakke woorden tekort.
Il faut être un connard pour toujours parler de la sorte.
Je moet Conner heten om altijd op die manier te spreken.
In de overige ogenblikken dat ons rust gegund wordt, denk ik daar soms aan. Nooit dacht ik terug aan R. P., mijn eerste overste op mijn laatste werkplek. Veel werk had hij niet aan mij: mijn vrije dagen beheren, soms een dienstnota toelichten.
Hij had een bijzonder gevoel voor humor, een kleine auto en een weinig opvallende, magere gestalte.
Vandaag verneem ik dat hij overleden is. Hij was even oud als ik.
Welke is onze aard?
Op wandel
“Dat zal dan wel karakterveranderend zijn.” Kent u die uitdrukking? Ik niet.
Ik ging wandelen, een late ochtendwandeling op zondag. Er kwam een koppel aangelopen. Dat heet dan weer jogging. Ze waren in gesprek. Als je niet te hard loopt kan dat nog net. Ik ving een flard op. “Dat zal dan wel karakterveranderend zijn”, sprak de man tot de vrouw.
Zoiets zet me aan het denken. Dan vraag ik me af wat is ons karakter, onze aard? Kan je die zomaar veranderen? Mijn hersenkronkels die als een slang zich voortbewegen brengen me aldus bij de dichotomie, de innerlijke tegenspraak, tussen populair en elitair. Je bent het een of het ander. Trump, die lompe Donald dus, denkt dat hij beide is. Doch dit geheel terzijde. Hij dwaalt en ijlt, uiteraard en doet er verder niet toe.
Nee, dan denk ik: “Of je bent gek”. Dat is met andere woorden de derde weg.
Poëzie is geen snack
je ogen scrollen hierlangs, scannen deze regel voor het on-
verwachte, als de voet van een geoefend bergbeklimmer houvast zoekt
op graniet of schist, dit
is al eerder gedaan, ongeveer hier slaan je ogen woorden over,
verkruimelt je aandacht want de winst die je verwacht
van je investering is laag
en ook dat is al gedaan, door grote namen, poolse nobelprijswinnaars
of nederlandse professoren economie. aha! koketteren met de goede verstaander, kijk dat stond eerder al hier, en hier
te lezen. al het licht gaat in een seconde zeven keer rond de aarde
maar alleen als het er de kans toe krijgt. jij die nu bij deze regel bent aanbeland, en er een ogenblik op bijt,
denkt, wat zegt dit mij? is dit bestaande poëzie? wat is hier de status van? of: zo kan ik het ook, zo kan iedereen het ook. en zo is het ook:
tot- en nadat er niks te zeggen is,
Poésie à pied (Lorca achterna)
Vanuit de dichtgemetselde stad
pleit de poëzie
voor een terugkeer naar de natuur.
– ‘Terugkeer! Terugkeer!’
’t Is de lokroep van de natuur.
’t Is de lokroep van de poëzie.
Ik stap van Granada
naar Lorca’s casa natal
in Fuente Vaqueros,
20 kilometer verderop.
Ik stap ’s ochtendsvroeg
naar de woonplaats van de dichter
in de hoop daar te arriveren
vóór de middagzon mijn blanke huid
bruleert en confisqueert.
ons taalgevoel
de angst dat ons taalgevoel inferieur is mijn laatste barrière geen stand meer houdt. Tegen wat? De vloed van wie of waar is reëel. Zij leidt tot zwijgen en schrikkerig lezen van de scrolls. Zij leidt tot het verbieden van honger. De omlijsting, het kader van ons falen is een graf, dat moet ontvlucht. Jaloers op wie met de wereld lijdt, die angst niet kent, en boos omdat zij zich steeds weer wreekt. In het diepst van je wezen matige letters zijn, bijeengeveegd door vreemde krachten, een imprint van je voelend vlees. En de jaren waardeloos, lachwekkend zoals ze naast je staan. Geen argument, geen houvast, geen boei in de grote zee van tekens. Verdedigingswerken blijven niet, niets houdt stand als je je uitschrijft, de angst blijft. Abstract, concreet als het hoongelach van wraakgodinnen. De angst de snaar van de taal niks meer verborgen, geen stilte, geen banen, geen aders of vergezichten. Een eindeloze, dunne klaagzang is het ik.
Hier een gedicht van mij met ezelsoren
Het gedicht heet:
Maarten Doorman
Vreselijk! Wat ik hier allemaal schreef!
Goed dat je me niet blokte of ontvriendde.
Excuses voor mijn onsamenhangende woorden.
Ik zal dronken zijn geweest.
Maar ik weet precies wat ik daar probeerde te zeggen:
de afstand tussen jou en mij is veel te groot!
niet de afstand tussen ons als fb-vrienden, maar
de kloof tussen kunstenaar en denker over kunst en cultuur!
Moet je horen, gister luisterde ik
naar een lezing van Genesis P-Orridge,
een schitterende lezing, waarin hij uitlegt
wat ik al mijn hele kunstenaarsleven doe!
Hij legde uit wat de enige manier is
iets nieuws te maken
en dat allemaal in één zin:
Waarom 3 akkoorden leren wanneer je muziek wilt maken?
Punk en intellect scheidden hun wegen daar en toen al.
Die schifting is voor wie het wil
zien in kunst net zo on – zichtbaar.
Er is avant-garde en er is contemporaine kunst!
Zoals punk en pop met bloemen en een rap met een beat en zo
Tada Tada tada tadaa
Daarom en ik weet nu wel hierom,
luisterde ik in 1984 naar Psychic TV,
op de racefiets eindeloos heen en weer,
van Vlaardingen naar Delft en terug,
naar ‘Dreams Less Sweet’
Nu dertig jaar later begrijp ik pas waarnaar ik toen hunkerde:
vrijheid uitgedrukt in geluid, jaren later kwamen daar
Stravinsky, het requiem van Mozart, Verdi’s requiem,
Scarlatti, Berio, Schnitkke, Ligeti en tenslotte Uts-vols-ka-ya!
P-Orridge wees me er gister in zijn lezing fijntjes op
hoe de lijnen destijds werkten
hij kwam via Peel bij Burroughs
zonder ooit een noot gespeeld te hebben!
Hoe kort zijn onze lijnen nu, Maarten?
Weet jij wie ik ben of moet ik weten wie jij bent tegenwoordig?
Tussen makers en denkers over makers zit een klont schooltheorie
Ga die klont opruimen of zo, want hoezo en waarom vooral moeten jullie ons iets vertellen over ons?
Waarom is dat?
Dat moet eens en voor altijd kortgesloten worden:
het academische bazelt maar wat over makers,
weet van toeten noch blazen!
Ik ben Genesis, jij de pap!
Met vriendelijke groet dit keer!
Metamorphosis
We wanted the ice shelves to feel pain
Wanted to eat dark chocolate in artificial grass
To pierce the malevolent cloud totems
Count the fingers of the beast
Displace bleak turtle shells in acid dark soda
Crucify a fish bone in the barking throat of a mega star
Feel the soft snow through the shaft of a warm safe womb
Turn the world into a centrifuge of colors to find the pivot point
see only last things, as lasting things
Seek the fervor truest to our trauma and each other’s faces
Yell eureka at the sadness of a lonely rib
Feel the sinews in your body revolt
Be the double sided thing you can’t look out of
A creature in a four dimensional sea
Where you become the voice of all that created you
And you hush, and you try its range, and you bite off all tails and lose all shape
And you are two hugging arms who forgot about each other.
Schilderde vandaag als een bukraket
Schilderde vandaag als een bukraket
Schilderde vandaag als een bukraket
Als schilder dien je immers alle woorden opnieuw uit te vinden
Het regent in Napels
Afspraken werden niet nagekomen
2 uur: Pipo kwam niet opdagen
om 3 uur belde ik hem
helemaal vergeten zeid-tie
Gister maakte we die afspraak, liefje.
Gister bakte ik een cake voor jou
en ruimde vanmorgen m’n huis op
dat was vandaag, dat je wacht en wacht
en je verheugt en verheugt
Ik probeerde daarna alle schilderijen van Stan de Sitter
alias Landschip, in één schilderij samen te vatten:
Eerste werktitel was ‘Het regent in Napels’
naar een gedicht dat ik ooit schreef
over dieren en jongens op brommers,
Europa en vrouwen met dikke billen uitmondend
in de Dikke Derrière van Dikke Duitse Kunsttantes
Daar ging dat schitterend gedicht over namelijk
En Panamese bankiers natuurlijk ook,
die elkaar met gouddraad dichtnaaien
in hightech loodsen op de tweede Maasvlakte
Vraag me niet waarom
zo denk ik gewoon
Het waait wiei woei waai weg in Vlaardingen had ook gekund,
of Elvis de Pelvis in z’n jonge jaren, zoals opa zei
Doe mij maar het hier en nu, niet dat saaie daar en toen
onzinnige herhaaldrift van kunstenaars obligaat en obsoleet
en niet abject en infaam zoals Moskowicz zo fijnzinnig
uit den treure keer op keer weer herhaalde
Vandaar mijn groots werk mensen
waaraan ik nog wat zit te ruften,
omdat ik het nog niet goed vind
om tentoon – te – stellen
MAAR, daar gaat het ook helemaal niet om:
met dit gedicht zal ik nooit Slavier halen
want daarvoor moet je in Utrecht wonen zei meneer Nauta
evenwel hoop ik hiermee alle dichtwetten te hebben overtreden
want fatsoen moet je doen! Vind u niet meneer Derks?
Mannie, Nanne en Willem krijgen geen appelcake meer
enkel nog billenkoek hier ter huize.
PS: ik maak hier volgend jaar wel een goed gedicht van.
Eitje
Groeten uit Schilderland
Decibels in Penarik
De ijscoman brommert rond
en rinkelt zijn conditionerende bel.
’t Is volop weekend. Ting, ting, ting!
Pavloviaans ijs voor 1 ringgit.
Auto’s brullen onophoudelijk,
honderden brommers ontploffen
zoals vuurwerk of een straaljager.
All hail to the thundering, motorized noise!
Vader lanceert een dansende kite
voor zijn dochter op het strand.
Jonge, hoofdstedelijke dormgenoten
arriveerden rond middernacht,
maar waren respectvol stil.
Hun telefoons sloegen vanmorgen
echter onsubtiel alarm om half zeven.
Was al wakker sinds
de salat subuh een uur vroeger.
Het was de eerste keer dat ik
het ochtendgebed hier hoorde.
Wandelde een uur later
met mijn voeten in de Zuid-Chinese zee.
Ik zit, daarom zweet ik niet.
Vanavond reis ik vroeg naar dromenland,
heel relaxed en comfortabel,
alleen in een stiltecoupé in eerste klasse.
Het slechtste gedicht
Je woorden gutsen het graf van mijn gevoel
maar je houdt niet met praten op,
je tanden bewegen als een veerpont
heen en weer tussen twee geschoren oevers
traag en droef bereikt wat je zeggen wil mijn oor
en maakt mij stiller dan een dodenmeer
dat door vogels wordt gemeden, een zwart meer
van rotting en gelijkenis. Ooit strijkt ook hier
de grote vogel neer, en zal ik verlangen
naar de luchtstroom van zijn vleugelslag.
(dit gedicht heb ik in 3 minuten uit mijn mouw geschud voor de facebook-groep ‘het slechtste gedicht’. Het is een aan te raden vingeroefening voor dichters die afgeschrikt worden door de aanblik van het witte vel.)
Over tanende kennis
Over tanende kennis
Kan er iemand vragen wat het voor de toekomst betekent wanneer we kennis eeuwig begraven?
Een schilderij is toch net zo vierkant als de wiskunde rond?
Wat een slachtveld wordt dat weer?
Iedereen die brol uitkraamt moet toch dood?
Kunnen we nu een beetje opstarten?
Dat fixen we dan toch wel na de narcose?
Doen ze dat niet met zo’n speciale pleister?
Sorry, we hebben ze dus allemaal vermoord.
Als we ergens onze tanden in zetten
bijten we hard door hoor!
Wat een BLOEDIGE ravage is het nu?
Eeuwig immanente dichters tieren welig met hun Griekse afgoden en
hebben duidelijk niets op met een Praxis, Gamma of Hornbach.
De poëzie van kennis is verworden tot bordelen van smakeloosheid van impotente humor.
Ooit terroriseerden 50 hongerige ijsberen Nova Zembla.
Weet jij nog hoeveel ijsberen in die Ikea zaten aldaar?
Ze ontdeden je van je ingewanden,
lieten je 5 dagen drogen in de wind, ontvelden je –
lieten je nog 2 à 3 dagen HANGEN IN DE WIND
opdat het vlees zoet rook!
Het wordt tijd voor singulariteit van humor en kennis.
Wij zijn sowieso vrijwel immuun voor alles.
Eet kennis gewoon op! Eet humor gewoon op!
Eet gewoon op! Eet alles op! Eet gewoon op!
Lastig hè, dat de werkelijkheid veelal
banaler is dan wij wensen te geloven?
Warung Saturatie
Vannacht staken de muggen mij
alsof ik een populaire warung was.
Terwijl mijn ogen levendige
dromen in de donkerte zagen,
dronken ze mijn rauw bloed,
ongelimiteerd en gans gratis.
De zoemers aten hun bloedmaal
tot ze vet waren van nocturale saturatie.
Daarna boerden ze uitbundig luid
en gingen ten slotte voldaan slapen.
six drawings / peter ganick. 2016
Ode aan de omelet als woordenanomalie
Ode aan de omelet als woordenanomalie, want het belooft een mooie dag te worden
DE OMELET
IK OMELET
HIJ OMELET
WIJ OMELETTEN
JULLIE OMELETTEN
ZIJ OMELETTEN!
Zo omeletten wij
Jij omelet, wij omeleteketetten!
Hullie omelette
Zullie omelette!
Opdat wij geomelet worden!
Ik omelet je, omeletje van me!
Gij zult omeletten!
To O-Me-Let or not to O-Me-Let: that’s the question!
IK OMELET JE
JIJ OMELET ME
ZIJ OMELET HEM
HIJ OMELET HAAR
WIJ OMELETTEN HULLIE
JULLIE OMELETTEN HUNNIE
ZIJ OMELETTEN ZULLIE
ALLE MENSEN OMELETTEN ELKAAR!
HET BELOOFT EEN MOOIE DAG TE WORDEN.
Equinox van de dood
Equinox van de dood
Contingentie is een tongbreker zoals evening.
Geen avond in Engeland,
maar het effenen van eveningen.
Contingentie is wat ik doe.
En ook liefst de tong breken,
als het even kan als evening.
Want boven wordt onder en onder wordt boven.
Overal op de wereld bracht de dag deze nacht.
Het gaat erom de lul niet te breken, niet waar?
Geen metafysica! Die lul gaan we toch niet breken, wel?
Je zult maar in een draaikolk terechtkomen,
een draaikolk van ideeën en alsnog je lul breken.
DE EXCELSO MOMENTUM PACIS
DE EXCELSO MOMENTUM PACIS
DE EXCELSO MOMENTUM PACIS
𝘑𝘦𝘻𝘦𝘭𝘧 𝘥𝘦 𝘵𝘳𝘢𝘱 𝘢𝘧𝘴𝘤𝘩𝘪𝘭𝘥𝘦𝘳𝘦𝘯 𝘰𝘧 𝘫𝘦𝘻𝘦𝘭𝘧 𝘥𝘦 𝘵𝘳𝘢𝘱 𝘰𝘱𝘴𝘤𝘩𝘪𝘭𝘥𝘦𝘳𝘦𝘯
𝘑𝘦𝘻𝘦𝘭𝘧 𝘥𝘦 𝘵𝘳𝘢𝘱 𝘰𝘱𝘴𝘤𝘩𝘪𝘭𝘥𝘦𝘳𝘦𝘯 𝘰𝘧 𝘫𝘦𝘻𝘦𝘭𝘧 𝘥𝘦 𝘵𝘳𝘢𝘱 𝘢𝘧𝘴𝘤𝘩𝘪𝘭𝘥𝘦𝘳𝘦𝘯
𝘑𝘦𝘻𝘦𝘭𝘧 𝘥𝘦 𝘵𝘳𝘢𝘱 𝘢𝘧𝘴𝘤𝘩𝘪𝘭𝘥𝘦𝘳𝘦𝘯 𝘰𝘧 𝘫𝘦𝘻𝘦𝘭𝘧 𝘥𝘦 𝘵𝘳𝘢𝘱 𝘰𝘱𝘴𝘤𝘩𝘪𝘭𝘥𝘦𝘳𝘦𝘯
𝘑𝘦𝘻𝘦𝘭𝘧 𝘥𝘦 𝘵𝘳𝘢𝘱 𝘰𝘱𝘴𝘤𝘩𝘪𝘭𝘥𝘦𝘳𝘦𝘯 𝘰𝘧 𝘫𝘦𝘻𝘦𝘭𝘧 𝘥𝘦 𝘵𝘳𝘢𝘱 𝘢𝘧𝘴𝘤𝘩𝘪𝘭𝘥𝘦𝘳𝘦𝘯
Geen mensen meer die om de haverklap zeg maar zeggen.
Of nog erger hun zinnen eindigen met anyway.
Want boven wordt onder en onder wordt boven.
Overal op de wereld bracht de dag deze nacht.
DE EXCELSO MOMENTUM PACIS
DE EXCELSO MOMENTUM PACIS
DE EXCELSO MOMENTUM PACIS
DARDAR, DARDAR, DARDAR
HET IS GENOEG HAD HIJ GEZEGD
Te laat, te laat, alles te laat, ik legde de purperen bloem
van de Kardoen op je graf. De glanzende steen,
de zwarte kiezel uit mijn mond, die ik je bij leven toonde:
ik zal het naar je toebrengen.
Want boven wordt onder en onder wordt boven.
Een bruidsvlucht, een doodsvlucht, als een darrenkogel,
overal op de wereld bracht de dag deze nacht.
DE POTENTAAT MOET DOOD
De potentaat moet dood
Inschroefduim
staartgeheng
duimstift
luikwervel
overvalsluiting
Het was een klein potentaatje
en ik houd niet van kleine potentaatjes
en daar lag het luitenantje
Ze moesten blij zijn dat iemand eens
een keer de trekker overhaalt!
Het is ‘hij’ of ‘ik’ zei ik nog
Nou hij dus, daar doe je niets aan!
Dat mocht dan weer niet van het leger,
maar zij gaven mij het wapen!
Daar schoot ik toch alsmaar mijn luitenant per ongeluk dood!
Ik riep nog: de potentaat moet dood!
inschroefduim
staartgeheng
duimstift
luikwervel
overvalsluiting
Eenzame sokken die op hun broertjes wachten
de anderen liggen netjes in hun knuistjes te knijpen
in gelid in het donker in het kastje.
Ik heb dus in het leger gezeten hoor!
Daarna schaften ze de dienstplicht af.
Zullen we de verduisteringsgordijnen maar weer eens ophangen?
Zullen we de verduisteringsgordijnen maar weer eens ophangen?
Zullen we de verduisteringsgordijnen maar weer eens ophangen?
inschroefduim
staartgeheng
duimstift
luikwervel
OVERVALSLUITING
DE POTENTAAT MOET DOOD!
Windmolens
Windmolens
Vannacht moest hij een brand blussen
die zich als veenbrand
onder zijn vloer verspreidde.
Terwijl hij planken wild lostrok
om het vuur te lijf te gaan
met brandblusser en emmers water,
stonden de bezoekers in de deuropening
lacherig toe te kijken.
Hij kreeg het vuur wonderwel onder controle.
s’ Ochtends ging hij op het platteland
kijken naar de windmolens.
Windmolens moet je goed in de gaten houden.
Je weet het niet met die dingen.
We hebben immers te maken met
een wankel evenwicht in de stratosfeer.
Met wandelschoenen liep hij over wolken,
de wolken voelden onbetrouwbaar aan.
Je nooit laten fotograferen
als de denker was een regel
die hij ergens hoorde maar
weer vergeten waar en wanneer.
Cynoscion nebulosus, Cynoscion nebulosus
Cynoscion nebulosus, Cynoscion nebulosus
Wanneer je dit jaar nog wat in de Ruimtevaart wilt doen,
besef dan, met andermans vleugels wordt het vliegen onbetekenend.
Het is überhaupt lastig vliegen met andermans vleugels.
Beoordeel mensen op wat ze kunnen,
zien en horen, en proeven en ruiken.
Er zit zweetwater in mijn Seiko en zand in de spinazie.
Voor het eerst at ik een Kandratiki, de gevlekte ombervis.
De moeder van de Premier is dood en hij roept de jeugd op tot revolutie.
Alles volgens de wet van meten en persen.
De Melkweg is onbegaanbaar voor willozen:
voor vleugellammen zelfs geen ventweg,
slechts gespikkeld sprokkelhout voor de kreupele geest.
Het is als speedkoken voor een trompettist met haast.
Een komkommer giet je groot, een meloen giet je dood.
Cynoscion nebulosus, Cynoscion nebulosus
Cynoscion nebulosus, Cynoscion nebulosus
Cynoscion nebulosus, Cynoscion nebulosus
Een komkommer giet je groot, een meloen giet je hartstikke dood.
En geloof me, met andermans vleugels is vliegen echt onbetekenend.
Eye Wheel Azalea
Swimming in the
Wine-dark sea / We
Were drinking from
The sky-blue
Fountain / We were
Making love with
Our memories and
Making poems
With our Flesh
Mesh to Mesh
Nets to Nests
All bets are off
Lash to Leash
damaged, wreckage, flammable,
surcharge, flammage, garage,
collage, discharge, rummaged,
flummoxed, sandwich, Ice Age,
bandage, agile, fragile, ageist,
amiable, mammal, carnage,
inedible, illegible, incredible,
stoppages, turn the page
Are weeds not hints?
Are seeds not scents?
Are beads not bent?
Are beats not spent?
Are wheats not slant?
Are seams not plaits?
Untilled not guile poetica
Eye wheel azalea
Miles and miles
Of untilled acres
Argyle not men?
Are guile not men?
Artillery not men?
Arbitrary not men?
Ars poetica not men?
Barbed wire not men?
Are we not chow mein?
are we knot pens?
Algebraic rig & rigor
are we knit mung
divided by the bean?
root or route
great goat gut grit
divided by fiction
vote for verbatim voices
real Eating At lunch
got Are Eating read
Read got dare Beating
Gut hare Boating red
Barbie dolls and acrobats
Divided by pensive wines
driving driving
Barbed wire dividends
Toiling for the byways
Arch peninsula arc of
Bait wiring in the fire
Barbed fire baited
Dividends trolling
Arc of wire wrapt
Isthmus as it lays
Barbed toiling arch bait
Barley told arcade bat
Wire for peninsula wiring
Will fill full pennies wind
Dividends by way of arc & fire
Divisible by wayfarers five
At the side of the road
Regulated Regurgitations
got To read The riot
taught to Read the Riot
You got to
Until the end
ought to read the riot
9 ponies on the loose
9 people in a pIot
No pilot light
No ghosthorse
In the flames
Unless you read the riot
Kilowatt gods & Moonchild
useless fictions of the Jewel
dancing lotus riot
unless you ride the flaming pony
Through the horseless smoke
haggle with the dance
Haggle with the Dawn
Are we not meanings
Piling up and moving on
Like pellets in a poem?
riot Growing roots
quickens among the axons
Quickens
Among the dendrites
Turn down the Night
Turn down the Day
slow down the dawn
driving like a Jewel
dirty tithes of yesteryear
you got to up the ante
Quick among
The slow-driving
Tides of yesterday
You got to eye
Let the wheel
You got to azalea
Let the eye
You got to wheel
Let the azalea
You got to eye
Let the wheel
You got to azalea
Let the eye
You got to wheel
Death Valley, CA
Gunk Dog Very Ur
ihpotch ihpotch ihpotch ihpotch ihpotch ihpotch ihpotch Gilgamesh Lost in The thousand Faces of the West fern green swordferns Given tooth Fins Nocturnal forgeries fjords & finality Finally The mereological circle Multiplied by itself & Divided by it's opposite Rutabaga tungsten Birdbath whortleberry Ratiocination Tabulated Every breath postdated Deem Forklift Vacuous Vacuole escutcheon Gummy bears table spoon Bit coin rustling Boiler plate sailing cactus Salt silt silk Milk mild mind Mine wine fine Fire fir fur For or ore Core corn horn Born barn yarn Yearn earn ear Fear far farm Harm ham yam Jam Jim him Hum sum sun Pun pan pin Pint pant part Art cart car Card bard bird Bard bark ark Mark mart malt Halt Walt salt badminton mutton Flagellated briar patch Racket gall twixt coeval sentences Triumphalism Rampant Turn yourself inside-out You're a rain Dance in the desert Carrion the wayside Sun / Don't You Try Too Hard global Herd Frontage Rode Gone to Hone Fumigated yawp pULveriZed Yet Until unified Utilities Umbrella livery Urchin Omelette Iagoon Iaunched Onus piscine Piscine Ambergris lunch Laocoon Ornette plasticine Levy umbral Titular fire units betting Verified pulse raw Mitigated flumes In One One In, Piscine udder ih pony Huckster ur VoLUme toy Involuntary Inching hinge Vibrantly Lee Cochineal cIipper Chip In one Cinematic PoX ih zip pOx ur cusp Xeriscaped chickenpox By the pox of the moon Yesterday is ziplocked Under the dying Sky a cactus-eating insect a fish flash flushing A Fish Flask So an Albatross Do As Fire Soda Dead Fire Dog Squared Dog Dogs Sour The dog flies backwards like a Pig in Flour fog spur Dog fire square gull Soda Dog Axis of Albatross dog PoX, piscine Nineteen cellophane Nighttime plasticine Piscine night fishing Cellophane nineteen Part park perk Pert port pork Fork cork cord Word ward yard Hard ward wart Hart dart part ihahbahha bahah ihahbahha ahbah ihahbahha ahbah ihahbahha bahah Part art are Bare care dare Fare hare mare Pare rare rare Ware war warn Tarn tar tear Team ream seam Seem deed seed Weed weld well Fell tell bell Belt felt pelt Melt malt mart Tart dart part Zoo PoX very Impoxx BoX Zoom very Exploxx Zoot FoX very Zoon Very zoon HoaX Very Else Impoxx impoxximate Exploxx Education for work or War Emptying Another another As Far as the Ear can Hear, Falling aground A kind of lyrical music Gangrene mud Wrestling Asemous Ghosts Asyntactic Ghoats Gosts of Horrific high school Asparagus auditoriums, Hunting Gilgamesh hunting in The thousand Forests of the West Change life Transform the world Change the world Transform life Very gunk dog Canine gunk Rug gunk Grain Dog very gunk ih very ur gunk ih dog ur cat ih nine ur gunk ih rig ur funk ih rain ur fog ur dog ih very ih gunk dog very ur Event Gilgamesh Even Eventually gunk Tea metamorphosis team Yes gunk gunk eyes Yes Every Gilgamesh Hammering change Eh transformation Hammer Eh venting metamorphosis Gilgamesh in Gunk Gunk In Gilgamesh
________________
TLPress NevadaFall 2022
Tijd voor het einde
‘Nu het einde nadert is er van genade geen sprake meer’. De postbode belt altijd tweemaal. Aan de deur. Na gedane ronden en arbeid zit hij hier in het dorpscafé, zowat het enige café.
De postbode brengt op die manier zijn eigen boodschap aan de man. Uitgerekend een enkele man zit in het café, verderop aan een tafeltje.
Buiten valt ineens het zonlicht uit, valt een stortbui neer, heftig, in geen tijd staat de straat blank. ‘De moessons hebben ons bereikt’, aldus de postbode. De hele tijd heeft de ander geen woord gezegd. Zijn stilte irriteert de bode. ‘Vindt u er dan niets van, mijnheer, ja, u daar?’
De man drinkt de rest van zijn glas in een teug leeg, staat op, rekent af aan de toog, draait zich om naar de bode en spreekt, uiteindelijk: ‘Nee, ik vind dat alles maar niets’, stapt op, trekt de deur open en verdwijnt in de stortregen.
(eerder gepubliceerd op kutbinnenlanders.nl maar uit solidariteit met Dirk Vekeman ook hier, dus)
Where The Light-Racket Knits A Lit
Softly Deflating
Sidle & Debunk
griffon hurl
dew of Tarot
relay Yourself
Ulterior bivouac
Galaxy by galaxy
Membranous
Bastion of Verbs
my version of
The provisional
This, This
versatile majuscule antenna
anesthesia Financialized
ambulatory failure regime
Magma
fumerole
Aquifer gainsaid
acupuncture
pyramid
Owls yearly
Transcontinental
Utility Tulips
Rite your own
eviction not
ice
Ebullient
Twine of
Titillation
watery
among
Dastardly Administrated
Armory showers shadow
Failsafe sophomores
Facture of attic
gabardine
genuflections
gaming the stem
gone with the wine
entwined in the Groan
Roaming the aqueducts
Slouching towards the tiles
afterwards Waterways wander
Whose cognitive rose
Interrupts us
verified by repetition
every Vowel has its Hue
Whose entrance erupts
Verified by the Aether
The Airs among The Ears
ears that Roar
Tweezers
rile the Yam
Ubiquitous
Load-bearing
Doors squeeze
Ham & Bile
Harm and blue
Sneezing doors
Seize the Door
Loaded Hiatus
Riding the yarn
Oars & tweezers
uncle kiddo the
clown war where
kink the Lilt
Bracket us in
Umbilical Ubiquity
o succubus itself
uIterior are
The motion
Sensors the
Motive Sickness
Knit the Yawps
& Tryst the Rots
Tool and Dice
Drool on Ice
For backwards
Is the Circle &
Purple are
The Mice
ExDeath Very
beaten to the Very
Curvilinear
eXcryogenic
very Curved and
Very Linear
wiggle like waffle
in the morning
wiggle like a waffle
in the evening
when the sun goes
down
Very real and
Red
Very red
Very well fed
Leaving unsaid
The unmade
Bed
Raunch no lunch ego launch
raunch no crunch ago launch
raunch no scrunch ergo launch
Catch no crumbs
Launder no paunch
raunch daunts indigo
scrunch crunch aglow
No raunch lunch ago launch
Gold & raunch launch no punch
Munch no sauce
No gold as such
Fleece no Zen
Slap no Monk
Where the herring swim
Trim no beech & eat no cheese
Where the lunch-racket
Lilts a kit
Where agates line the spit
The spat
The spelt
The spit
The spot
The sput
Sput sput
Sputtering
The salt
______________
TLPress Nevada
Fall 2022
Quand pied a pied la Raison je costoye, Et pas a pas j'observe ses sentiers, Elle me tourne en une mesme voye Vers ce, que plus je fuiroys voulentiers. Mais ses effectz en leur oblique entiers Tendent tousjours a cella droicte senti, Qui plusieursfoys du jugement s'absente, Faignant du miel extrem le goust amer: Puis me contrainct quelque mal, que je sente Et vueille, ou non, a mon contraire aymer.
vertalingen
Wanneer ik voet na voet de Rede volg en pas na pas haar wachters observeer stuurt ze mij de ene weg op die ik volg wijl ik daarvan vluchten wil, meer en meer. Maar die daden in hun wenden evenzeer, die meer dan eens het verstand ontwijken, doen mij mij toch aan dat rechte eiken, doen extreem de honing bitter smaken, mijn kwaal weer zo op het goede lijken, dat ik weer minnen moet wat ik moet laken.
letterlijk (alternatieve woordbetekenissen tss haakjes, dv): Wanneer ik voet na voet de Rede bijtreedt (meewandelen met) en ik pas na pas haar wachters observeer (gehoorzaam) stuurt ze mij op dezelfde weg naar dat wat ik zelf ontvluchten wil. maar die acties in hun volle (vaste) wendingen (leugenachtig) die zich meermaals van het oordeel (verstand) verwijderen neigen steeds weer naar naar die gevoelde rechte houdende van de honing de extreem bittere smaak voor en (vervolgens) belasten mij met kwaad dat ik voel dat ik wil, of niet (of ik nu wil of niet) tegen mijn zin in beminnen.
commentaar
D180 is een vervolg op D179 waarin dezelfde spanningen als een strijd tussen de Rede en de Liefde worden opgevoerd. hier wordt gefocussed op de rechte lijn van de Rede die het lyrische ik wil volgen maar de onmogelijkheid van dat ik om zich van de betovering van het innamourato-moment te ontdoen resulteert in de Petrarcaanse Aufhëbung-avant-la-lettre van het samengaan der tegengestelden in de overbekende oxymora.
dit viel mij op bij de lezing/vertaling:
-de uitwerking van de Petrarca pose, of beter de beweging naar het voor de kenners destijds ook al erg bekende Petrarcaanse oxymoron als pointe gebeurt veel fijnzinniger bij Scève dan in het voorbeeld van de meester zelf.
S. begeleidt als het ware de gedachtebeweging die zijn tekst oproept bij lezing in het ritme van de verzen zelf.
de naar het latinisme neigende zinsbouw werpt behoorlijk wat obstakels op. die obstakels blijken erg functioneel te zijn.
ook voor de contemporaine lezers moeten de obstakels groot geweest zijn, de status van hooggeleerdheid van S. stond in 1544 al buiten kijf maar ook de beschuldigingen van obscurantisme waren toen al niet van de lucht.
om de functionaliteit van het ‘moeilijk doen’ van Scève ten volle te ervaren kan je best het dizain enkele keren luidop lezen, dan voel je hoe het werkt. de haperingen, de frictie veroorzaakt door de grammaticale obstakels zorgen voor een soort innuendo laag bovenop de lexicale weergave van de rationele progressie.
bijna elk woord krijgt de retentie mee van een aanvankelijk verkeerde lezing en zo begin je dubbel te lezen en komt het ‘foute’ deel dat refereert naar de heftige emotionele tweestrijd autonoom los van het logisch uitrollen van de gekende metaforiek. zo komen die emoties ook bij de lezer tot leven, maar niet vanuit een fictioneel, poserende lyrisch ik die wordt voorgesteld als de biografische Petrarca via de tekst naar het Buiten (denk aan de prachtige expressie van de psyche in de natuur bij P. die later bij o.a. Marini tot heerlijk barokke overdaad uitbloeit) maar meer direct van de tekst naar een fictioneel Buiten en daarin naar het binnen van een lyrisch ik dat ondertussen ook al bij de lezer is opgewekt.
de functies van het fictionaliseren (f) en de expressie (e) zijn radicaal anders geconfigureerd t.o.v. het ik (i) en het Buiten (b)
bij Petrarca gaat de flow bij de opbouw van de virtuele wereld dan zo:
tekst=> f(i) => e(f(i)) =>f(b(i))
bij Scève gaat het eerder rechtstreeks zo:
tekst => f(b(i))
dat maakt onder meer dat het ‘ik’ bij P. veel vaker retorisch als ‘groot auteur’ wordt opgevoerd (de autobiografische brieven van Petrarca staan dan ook voor mij zo stijf van de adelijke verwaandheid dat ik ze niet gelezen krijg. het lijkt wel Seneca, even saai en prekerig, maar dan met meer dan 1000 jaar extra Rot erop, ik krijg er echt het beeld van een onophoudelijk ratelende aristocratische pad bij, niet het soort mens waar ik nog geduld voor heb, het stopt toch nooit. dat doet vaneigens niks af aan de genialiteit van zijn lyriek, maar je moet het toch telkens willen kunnen vergeten.)
Scève brengt de Klassieke auteursidealen en de Horatiaanse eeuwigheidsbetrachting daarin nauwelijks ter sprake, het draait echt allemaal om het idool van de deugd Délie en het lyrische ik heeft het dan ook bij aanvang al over ‘mainte erreurs’ in de schrijverij zelf. de fouten, de jeugdzondes van het lyrische ik bij P. betreffen nooit de schrijverij, de capaciteiten als auteur staan bij P. met zijn Trionfi al lang buiten kijf, S. had voor de Délie nog niets noemenswaardig gepubliceerd, hij was gekend en werd erg geapprecieerd onder auteurs maar hij was voor de wereld niet bekend als vooraanstaand auteur.
de bescheidenheid siert hem misschien omdat het niet anders kon maar het ligt ook niet in zijn aard, vind ik, wanneer je de finesse van zijn taalgebruik ervaart: het leest allemaal te echt om waar te moeten zijn en Délie heeft geen lange lyrische uitweidingen over haar schoonheid nodig om te schitteren als afwezig idool in een algemeen menselijk maar intimistisch mentaal theater dat voor de lezer als meditatieruimte wordt ingericht, een voorname functie die het schrijven ongetwijfeld ook voor Scève zelf had. Scève doet in die besloten ruimte stevig aan dissectie van het ego en dat in het verlengde van de Middeleeuwse literaire traditie van de Maria verering, iets wat Defaux in zijn editie terecht benadrukt.
en terzelfdertijd krijg ik bij Délie veel meer de indruk van een echte vrouw van vlees en bloed, de Laura van P. leest bij mij meer als een mannelijke – nou ja, mannelijk, voor zover ik daarvan wat afweet, in psycho-analytische termen waarschijnlijk eerder pre-puberale – projectie van een begeerd maar onbereikbaar moederidool.
het lyrische ‘ik’ bij Scève blijft stoicijns bescheiden als een oude scholast en retorieker, een erfenis die hij samen met Marot nog actief in het schrijven laat doorklinken, bij Ronsard is dat al een pak minder het geval, daar breekt de erotiek helemaal los in de ‘bredere’ tekstruimte van het sonnet.
terzelfdertijd laat hij wel heel ‘eigentijds’ als exponent van de nieuwe stijl de tekst zelf epateren met een rijkdom aan alluderende resonantie en mentale spitsvondigheden. Scève creëert in zijn teksten geen mythische Scève zoals P de mythe ‘Petrarca’ neerkwakt en breed uitsmeert over al zijn teksten.
ik heb die bewust geïntroduceerde moeilijkheden in de lezing veroorzaakt door de ongewone zinsbouw, dan ook willen behouden in de hopelijk voor uw smaak niet al te vrije vertaling die zowel rijmschema als lettergrepentelling behoudt. da’s vreselijk puzzelwerk bij momenten, maar ik puzzel graag met woorden en het loont wel, vind ik.
de inhoudelijke verdraaiingen in functie van dat vormbehoud kunnen eens ik wat meer ervaring krijg in deze oefening wel geminimaliseerd worden door ze pogen coherent en consequent uit te voeren en vooral ook door de toevoeging van de originele tekst met links naar de moeilijkere woordbetekenissen en mét de letterlijke vertalingen erbij zodat de niet-francofone lezer een maximaal beeld kan krijgen op de rijkdom van het origineel.
zoiets voor een boek ondernemen is voor ons minieme taalgebied onbetaalbaar, hier kan ik alvast de aanzet geven en kunnen anderen na mij het aangeleverde materiaal aanvullen en verbeteren.
ik vrees wel wat dat er niet veel anderen zullen volgen, maar bon: het kàn en dan is mijn taak als dogmatisch NKdeE auteur al exemplarisch volbracht.
het vertalen van lyriek blijft hoe dan ook een onmogelijke opdracht, een kamikazeaanval op de lyriek zelf , zo ervaar ik het soms, maar op deze manier gebeurt al dat afgrijselijke geweld tenminste niet stilzwijgend en achter de rug van de argeloze lezer.
tenslotte: er bestaan in de literatuur rond Scève’s Délie talloze heroïsche pogingen om verborgen betekenissen in het werk te duiden, en het werk wordt vaak gecultiveerd zonder dat men het echt gelezen heeft, maar het grootste geheim van de ondertussen toch wel legendarische Délie is waarschijnlijk dat het verdomd briljant geschreven is en dat er serieus wat intiem denkwerk aan te pas komt om de immense rijkdom in het werk te ervaren, maar dat die moeite dan ook een enorme voldoening oplevert.
Scève lezen heeft naast met meditatie veel gemeen met naar films van Tarkovsky kijken vind ik: je kijkt er wat tegen op om eraan te beginnen, maar eens je er weer in zit vraag je je af waarom je jezelf het genot ervan zolang onthouden hebt.
Dan liggen mijn woorden al in het donker
Dan liggen mijn woorden al in het donker
Vanmorgen droomde ik zo:
Dan ligt mijn mond nog half in het duister
En dacht aldaar: ik doop mijn tong diep in ochtendinkt
Zwarter dan zwart en munt mijn prangende ziel heel
Al wakend vroeg ik mijzelf:
Schrijven dichters de hele dag gedichten?
Nee zei ik, Chrétien doet dat niet
’s Avonds bakt hij kroketten in ossenwit
’s Ochtends eet hij roomboterkoekjes
Chrétien weet nog geen cartouche te vouwen
Maar heeft zijn winkeldochters o zo lief
Perhaps it is possible, in the field of asemic writing, to distinguish a few —completely hypothetical— categories. I insist that these are mere hypotheses, and that I am not interested in structuring a rigorous theory.
We have (1) concrete asemic writing when only the asemic glyphs and calligraphy, only the asemic letters and sentences are present on the page. No images, no colors.
We can also say asemicrete, a term coined by Michael Jacobson.
We can say we have (2) visual asemic writing when we see the asemic symbols are intertwined, superimposed or when they —in any other way— simply share the page with abstract or realistic images.
We have (3) glitchasemics when an asemic text is evidently disturbed by some kind of glitch: it may even be severely disturbed, but not so much as to make the asemic part completely disappear.
We can say we have (4) abstrasemics when an abstract drawing or image turns itself into something resembling an illegible text, an asemic piece. Or, on the contrary, when a fragment of asemic writing gradually loses any vaguely linguistic aspect and is transformed into an abstract image.
Post scriptum.
At the same time, there are examples of works that marginalize —or do not include at all— an asemic aspect, and I would refer to them as: abstract or realistic paintings (pictorial works, photographs etc.) weirdly called “asemic writing” by their authors; legible alphabets and texts weirdly called “asemic writing” by their authors; monotonous decorations that would hardly be taken for words or sentences.
Voor een appel en een ei
Voor een appel en een ei
Het is geen geel pis maar slootkleur.
Ik heb ook zonder gras, maar
met gras is toch beter, groener.
Het is een soort Rembrandteske lichtinval.
Of uitval, dat mag ook.
Vraagt u zich ook niet af waar de brekingsindex is gebleven?
Normaal breek je je poten immers in water.
Of geldt dat alleen voor stokjes?
Ik ken iemand die beide benen brak in water.
O, kan dat niet? Nee, het moet zijn:
ik ken iemand die met beide benen in brak water zat.
Dat zeg ik toch niet?! Nee?
Goed dan, ik ken iemand die beide benen in brak water brak.
Een woordenwisseling stak daar een stokje voor.
Alle gekheid nog aan toe:
ik moet de brekingsindex van deze persoon eens uitrekenen!
Het is echt een prachtige foto.
Je zou de voeten haast vergeten, gebroken of niet.
Nee, ook dát kan niet. Het moet zijn:
prachtige voeten, je zou de foto haast vergeten, gebroken of niet!
Iemand zou de brekingsindex van deze persoon eens moeten uitrekenen.
appel à textes / images
Appel à textes | images
Call for submissions
Pour le prochain numéro d’un rectangle quelconque, vous pouvez nous envoyer vos textes en français, images, (3 pages A4 maximum svp), happenings, performances de l’écran, mots doux, poème visuel hard, bref, tout ce qui rentre dans trois pages A4 maximum.
Date butoir (et non deadline) :
dimanche 21 août à 23h57.
For the next issue of un rectangle quelconque you can send us, if you so wish, your texts in English, pictures, (3 A4 pages maximum please), happenings, screen performances, sweet words, harsh vispo poems, well, all that fits in three A4 pages maximum.
Deadline (not date butoir) :
Sunday 21st August at 11:57 p.m.
Adresse | address : revueunrectanglequelconque at gmail.com
Partagez à (p)loisir
Share at your (p)leasure
polyasemic thinking: a brief future / jim leftwich. 2022
https://slowforward.net/2022/06/28/polyasemic-thinking-a-brief-future-jim-leftwich-2022/
as ex. asemic expressionism, or abstract expressionist writing / jim leftwich. 2022
https://slowforward.net/2022/06/28/as-ex-asemic-expressionism-or-abstract-expressionist-writing-jim-leftwich-2022/
is asemic writing true? / jim leftwich. 2022
https://slowforward.net/2022/06/28/is-asemic-writing-true-jim-leftwich-2022/
asemic writing and pareidolia / jim leftwich. 2022
https://slowforward.net/2022/06/29/asemic-writing-and-pareidolia-jim-leftwich-2022/
asemic writing and the absurd / jim leftwich. 2022
https://slowforward.net/2022/07/02/asemic-writing-and-the-absurd-jim-leftwich-2022/
via negativa and asemic writing / jim leftwich. 2022
https://slowforward.net/2022/07/02/via-negativa-and-asemic-writing-jim-leftwich-2022/
Het vlindereffect
Het vlindereffect
Vannacht moest hij een brand blussen
die zich als veenbrand onder zijn vloer verspreidde.
Terwijl hij planken wild lostrok
om het vuur te lijf te gaan
met brandblusser en emmers water,
stonden de bezoekers in de deuropening
lacherig toe te kijken.
Hij kreeg het vuur wonderwel onder controle.
s’ Ochtends ging hij op het platteland
kijken naar de windmolens.
Windmolens moet je goed in de gaten houden.
Je weet het niet met die dingen.
We hebben immers te maken
met een wankel evenwicht in de stratosfeer.
Met wandelschoenen liep hij over wolken,
de wolken voelden onbetrouwbaar aan.
Je nooit laten fotograferen
als de denker was een regel
die hij ergens hoorde maar
vergeten waar en wanneer.
EYHM – In-Infinity
EYHM – Headless
Fijn snijwerk
Nergens was nog een mes te vinden,
toch was de spanning te snijden.
Gillen en schreeuwen waren niet meer te vermijden.
Kan een zwaard misschien soelaas bieden?
Of een sabel in de handen van lieden
voor wie moord en brand altijd gelegen
komen en de brand van het verlangen
te lijf gaan met fakkels en tangen
tussen hun tanden
in hun handen.
.
‘We houden niet van lanterfanten.
Schieten op giraffen en olifanten.’
.
Toen de spanning aldus was gesneden
kwam geen ontspanning hoe welgelegen
die ook had mogen komen.
Ultra kort kort essay
Goed & wel beschouwd, als we de geesten oproepen, dan zingen we. Als we de regen uitdagen, dan dansen we. En wat als we schrijven?
Het heeft geen zin te zeggen dat het er niet toe doet: het doet er toe.
Ook & vooral woorden immers doen ertoe om te toveren. Woorden in zinnen gebouwd volgens hoorbare, zingende en dansende klanken toveren van alles & nog wat te voorschijn.
Het gaat ons niet om de schone schijn, we doen niet aan marktwerking. Te voorschijn!
Op de achtergrond hebben we de demonen gesmoord in kokende olie.
Zijn niet alle vrouwen geil?
Veelal zal het mij worst wezen of maak ik het tot een terzijde. Half verscheurende verhalen doen me evengoed glimlachen. Ik ken immers de menselijke natuur alsof het de mijne is. Alsof? Het is de mijne.
Soms bestaat mijn geluk erin dat ik het zelf niet meemaak of op de treurbuis te zien krijg. Uit tweede hand dan wel mond hoor. Tweedehands roddel.
‘Moet je nu eens horen!’ Nee, eigenlijk moet ik dat niet, weet je wel. Hoe minder ik moet hoe beter.
Daarom schoof de spreker vandaag het gebeuren in een tussendoor met een grote klemtoon op ‘je schoolvriend’, ‘je kent hem toch nog’. Een echte schoolvriend is hij nooit geweest. Nu ik hem ken, liever niet, en zie wiens schootvriend hij toch was!