Als je droef bent, lach. Maak jezelf mooi en als iemand zegt dat dat niet nodig is, omdat jullie niets bijzonders gaan doen, zeg haar dan dat je je mooi maakt omdat je droef bent. Zeg sowieso hoe je je voelt. Lach erbij, maar zeg dat je droef bent, want het benoemen neemt iets van de emotie weg. Leg niet uit waarom je droef bent, hoe het kwam en wanneer en waar, want dat maakt het juist erger.
Draag glitter.
Drink. Begin met Desperados. Zeg dat je desperaat bent. Zeg ‘ja, want ik voel me zuur’, wanneer de barman vraagt of je er limoen in wil. Drink bier en het mixdrankje dat je in je handen gedrukt krijgt en liever niet had willen hebben, maar drink vooral veel bier. Luister naar muziek. Sluit je ogen en vergeet dat er andere mensen zijn. Open je ogen, dans met een vriendin en vergeet dat er andere mensen zijn dan jullie twee. Stel je aan. Wees luid. Maak obscene gebaren, doe dingen waar je je al tien jaar lang te oud voor voelt en vergeet dat er ook mensen aanwezig zijn die jou kennen.
Heb leuke gesprekken. Maak iemand boos. Probeer het goed te maken.
Koop chips bij een avondwinkel. Stop de chips in je tas.
Stel je voor aan een uitsmijter, vraag hem hoe je zijn naam moet spellen en ontvang een tegoedbon voor een gratis cocktail. Haal de cocktail. Drink de cocktail. Eet stiekem van de chips in je tas. Stap een haast lege dansvloer op. Dans wild. Bewonder de outfits van dansende mensen die veel jonger zijn dan jij. Wil ook een Kill Bill-pakje.
Val.
Ga naar een plek waar je vroeger vaak kwam. Maak je neus blauw met het krijt dat bij de pooltafel ligt. Luister wanneer je gezegd wordt dat je geen andere lichaamsdelen moet krijten, omdat iedereen je kan zien. Houd je T-shirt aan. Luister wanneer je gezegd wordt dat je het krijt niet mee naar huis mag nemen.
Volg degene die weet waar jullie heen moeten gaan. Dans hard. Dans hard met iemand die je niet kent. Dans alsof jullie het ingestudeerd hebben, maar maak soms een onhandige misstap. Lach. Vertrek zonder iets te zeggen.
Wil naar huis. Zoek je fiets. Verbaas je over de plek waar je je fiets vindt. Zeg dat je best naar huis kan fietsen. Zeg dat je echt naar huis kan fietsen. Zeg dat je zelf naar huis fietst. Zeg dat je een volwassen vrouw bent. Zeg dat het lief aangeboden is, maar dat je niet komt logeren. Zeg dat je je wel redt. Zeg dat je echt naar huis kan fietsen. Zeg dat je de zorgen waardeert, maar dat je nu naar huis fietst.
Zeg dat je belt zodra je thuis bent.
Fiets naar huis. Ga in bed liggen. Bel om te zeggen dat je veilig aangekomen bent.
Huil.
Als je droef bent is een beetje herschreven en verscheen eerder elders.