I
in terra met onschuldig motiefje
kruipt door de vochtige lakens
ik vergeet alles, al die gezichten, verlangens,
in de kiem gesmoorde verwachtingen
-ik was dader, gespeend van ieder –
mijn lust, weerzinwekkende baas op
doordrenkt stof
–bloedvlekken-
snij je nog eens
ik drink je, sla je, beuk je, neuk je,
druk jou met je gezicht in jezelf
jij moet dorstig blijven,
dorstig naar mij
II
de stilzwijgende rivier botst tegen
muren van lood en aanlandig op
een onzichtbare kade,
schraapt de laadklep van de pont over
de vaarstoep, spoed ik mij met
gezwinde pas naar zijn en
schwung
aan onbereikbare oevers schraapt
ongerief over mijn grond
III
ik toets jouw nummer nog eens in en dat
zwijgen, zo verpletterend en
in de hoorn het ruisen van
aanrollende golven overspoelen staketsel en beelden
drijven het strand op en ons kind pulkt de laatste alikruik
uit zijn schulp, die leeg is op wat troebel drab na
je dacht zeker te weten,
maar tussen je tenen loopt zand en verderop,
boven de branding, een meeuw, wervelend in de wind
als een oncontroleerbare vlieger, in de ooghoek
van het daarop geschilderde gezicht
een traan, maar ik kan het niet goed zien
ik draai me om
© Lammert Voos
Één reactie op “Bloedwormen”
mooi en vreemd…