woestijn
ik schuifel en hij loert.
zijn kijken schilt, hij boert.
hoe ook ik mijn knieën
schik, hoe ook ik mijn kleed
vertrek: zijn stompe brein
doorbreekt de korst. hij kookt
in eigen grijpersschijn.
vlaanderen de leeuw.
ik leer nu snel de plaats
te mijden waar boeken
staan uit die woestijn.
⇐ vorige woestenij | volgende woestenij ⇒ |