Over dichters moeten we dichten als zijn zij geldwolven en taalrovers
Dan liggen mijn woorden al in het donker
Vanmorgen vroeg droomde ik zo
Mijn mond nog half in het duister
Ik dacht aldaar in bed
Ik doop mijn tong diep in ochtendinkt
En munt mijn prangende ziel zwarter dan zwart
Al wakend vroeg ik mijzelf
Schrijven dichters de hele dag gedichten?
Nee zei ik, Chrêtièn doet dat niet
’s Avonds bakt hij vette kroketten en
’s Ochtends eet hij roomboterkoekjes
Chrêtièn weet nog geen cartouche te vouwen
Maar heeft zijn winkeldochters o zo lief
2 reacties op “‘Ik ben gek of alles is rood en geel’ (detail); Olieverf op doek”
Waarom die oplichter breukers zo nodig moet worden opgevoerd in je gedicht? Is hij een geldwolf? Allicht. Maar een taalrover? Ik ben de dief (vier korrels zout)
Ik denk vanwege zijn naam