Categorieën
tekst

De grenzen van mijn taal zijn niet de grenzen van mijn liefde

Woordverliefd versluip ik mij

in jouw smiezen,

je wordt een glimlach die ritselt in het riet

een zieneres die mijn wereld weerbarst

verwarrend mij huidt en hardt tot ik stilschrijvend

zwijk in de vorigheid voor de orde

van de dingen achter de macht

voornaam mijn woord, mijn woord smoor ik,

en water mijn groothoofse vloot onwagelijk achter de plaats

mijn eeuwige loodse, die ik liefheb als het gezonkene

Door Kamiel Choi

In Nederland geboren poète woonachtig ergens in Berlijn, Thailand of Zuid-Korea vanwaar hij tekstuele ellende de wereld in stuurt, tussen dewelke samenhang ver te zoeken is. Tevens vader van Miru, goddelijke hoedster van dode zielen, geboren in het jaar des Heren 2013.

Dichtbundel "Tiktaalik" verschijnt oktober 2020 bij uitgeverij De Kaneelfabriek

Één reactie op “De grenzen van mijn taal zijn niet de grenzen van mijn liefde”

Woonachtig: volgens de grote Groot-Antwerpse en steeds weer Belgische dichter Gust Gils betekent dit dat iemand doet alsof hij woont. Dat heb je overigens een tijdlang gedaan, meen ik te begrijpen. Ik houd enorm van dit gedicht, het hakkelt nauwelijks maar het verhakkelt nogal wat. Het spreekt haast wijl het stamelt, vooral binnensmonds

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *