Het regent in Napels
Misschien zat de rat te kloten met een gefileerde fret
of werd een dode bankier met briefjes van 100
volgestouwd en met gouddraad dichtgenaaid
door een Panamese bankier in een koelcel
ergens op de tweede Maasvlakte in een wezenloos grote loods
Misschien dat ongezien bij nacht en ontij in polonaise
trage slakken op hun stompe Hollandse klompjes jubelend
hun genadedans dansen rond een binnenzee vol Koi karpers
om ’s ochtends vroeg hun slijmspoor achter te laten
van economisch gewin in het klamme zand
van jaargetijden geslepen in eb en vloed
Misschien haalt diezelfde morgen niet ver van daar in dikke mist
een jongen op de oude opgevoerde Zündapp van zijn dode vader
nog net voor ‘het’ kruispunt van Heijplaat een eeuweling in
Misschien is dat de oude Europese dame die haar E-Gazelle
berijdt met haren rood en billen zo zacht dat het gel-zadel
geheel verdwijnt, majestueus met haar bovenarmen wapperend
in de westenwind, voortrazend als een zoutpilaar
in een universum vol tikkende uurwerken des doods
Misschien dat diep in de natte bossen van de Biesbosch
beren liggen te navelstaren op gele banken
vermoeid nog een keer opstaan, naar de waterkant lopen
om aldaar te wuiven naar de dikke Duitse kunsttantes.