Eerst stijgt de rook recht of bijna recht omhoog
De windrichting is goed af te leiden uit rookpluimen
Wind waait merkbaar ( voelbaar) in je gezicht
Stof waait op; je haar raakt in de war; je kleding flappert
opwaaiend stof hindert je ogen
We zien gekuifde golven op meren en kanalen
Dan waaien de vuilcontainers om in straten
Mensen houden hun paraplu’s nog maar net met moeite vast
Het is lastig tegen de wind in te lopen of te fietsen
Voortbewegen is zeer lastig
Schoorsteenkappen en dakpannen waaien weg
Kinderen waaien om
Mijn moeder vloog ooit over de auto in 1932
Er is grote schade aan gebouwen
Oh ja, ook volwassenen waaien om
Er is sprake van enorme schade aan bossen
Vreselijke verwoestingen