Categorieën
tekst

fantasie I

Het overik verkruimelt in gestondde marges

we pozen schubbig bij de onderdrukten, laaflijdend als paapse labyrintiërs

___________bedekken we het huivergrijs onder de werelddelen, brouwen we bovenaan

aan het destillaat van onze bovenstand, impeccabel rekt het verhalige ik de opmars op, miljoenen zwarte voeten veronderen onze luchten, het vreemde likt mij, men angstigt zich het liefst op witte stranden

Krokig klipt nog de koningsdiscipline, summum summum, ya’alabi ghamza aleph beth, maar de mensen noden niet, zij knopen zich een lakenweg tot aan de grond waar het leed intrekt tussen de tegelnaden.

Bloedrood overikt ons de stervende zon kloks tikt zij ons uit en zal zij ons

________kronen in de wentelslaap, tot we onszelf verlaten

Door Kamiel Choi

In Nederland geboren poète woonachtig ergens in Berlijn, Thailand of Zuid-Korea vanwaar hij tekstuele ellende de wereld in stuurt, tussen dewelke samenhang ver te zoeken is. Tevens vader van Miru, goddelijke hoedster van dode zielen, geboren in het jaar des Heren 2013.

Dichtbundel "Tiktaalik" verschijnt oktober 2020 bij uitgeverij De Kaneelfabriek

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *