KAK!
Alle tijd dat u kakt is verloren tijd!
Pleegenoten van de wereld, gedenk uw kak!
Hé kak, kijk, kak hè!
Ja kak, kak ja. Ja, wat jakkes? Kak!
U bent zelf jakkes! Eigen kak eerst!
Draait u dan nooit eens een fijne kak?
Ja, kak dan als u durft! Draaikont! En vertel eens
KAKT U VELIMIR DUN OF KAKT U VELIMIR DIK?
Het gaat hier om het edele kakken, hè kakmajoor
Want wie goed kakt kakt adellijk voor twee.
Bah bah, vieze bah, bah vieze bah, KAK!
Hé, u daar, pleegenoot!
U ultradenker van ingewikkelde vraagstukken,
wat vindt u eigenlijk van uw eigen kak?
Hé Pleemate-je van me!
Wij willen hem niet daar maar hier, hè!
Begrijpt u nu, niet in de zoo maar zo in de wildernis,
op het drijfzand van de tijd; want kak blijf kak en
blijft wis en waarachtig drijven hoor.
Ziet u uw kak al voor u? Dobbert die nu of dobbert die niet?
Wanneer u uw kak indachtig de kunsten goed beschouwt,
zie dan de plakranden van de kak- pis- en kalkresten,
daar waar het discours niet stinkt en spoeling niet reikt.
Alle kak spoelt mettertijd flux weg in onder- en bovenstroom,
Behalve de kak die uw eigenste achterste teistert en schuurt!
Uw kakmond insmeren met zinkzalf gaat u geen zak helpen.
Kak begint immers wanneer u niet alles precies terugkakt.
Bezint eer je begint, kak buiten het kakkerige plakgebied.
Kak tot aan de randen van de labbekak!
Categorieën