Residents:
Commerciële liedjes
&
Andere wonderen
(2)
Stadse baders
Stadse baders veroveren de zee
maar onder ons gezegd
de zon is nooit helemaal gezakt
voor ze echt doorweekt zijn
Ik zie de zee,
de zee ziet mij
Ze snellen schijnbaar naar het ochtendlicht
en ploffen zomaar op het nachttoneel
als ze konden houden van zichzelf
overleefden ze de duistere diepte wel
Ik zie de zee,
de zee ziet mij
Als ik had geleerd te houden van mezelf
overleefde ik de duistere diepte wel
*
Verlies van onschuld
Pretparken koeken samen van lawaai
een massieve homp van vlees
Het zweet van de stoepier spat van zijn tong
zijn tattoo blinkt van de hitte
Behoedzaam staat de ander toe te kijken
onder de indruk van zijn pose
Tweekoppige geiten stuntelen voorbij
met een lodderige blik
De ander zoekt om zich heen
maar de stoepier kijkt hem recht aan
Hij belooft de grootste wonderen
voor wie naar binnen durft
De ander schuift het tentdoek vaneen
en ruikt het verse hooi
Een Siamese tweeling wacht hem op
de ander kijkt maar weg
De vrouwen met het paardenhoofd
ogen na wie naar binnen glipt
Ze snuiven de spanning in de tent
en de geur van ’t zoet taboe
Het hart bonst hevig in zijn keel
de ander schuifelt uit de tent
Het deinen van de massa smoort de klank
van verlies van onschuld
*
Langlijs
Langlijs werd geboren in een badkuip
en hij rekte zo ongelooflijk uit
Zelfs het mondje van een oogpipet
zoog hem in
Langlijs kende geen enkel verzoek
Langlijs keek nimmer naar het licht
maar Langlijs verkocht iets
elke nacht
Langlijs verkocht me een soldaat
Langlijs verkocht een minnares
Langlijs verkocht een zuignap
en een mes
Langlijs vond een plaat
van Hello Dolly in de gang
Hij verkocht die aan een trucker
om de zang
*
Rauw1
Angela Burger had een lichaam
zoiets had ik nooit gezien
het leek te druipen van zwakzinnigheid
als veel te warm geworden ijs
Toen ze op een dag de afwas deed
met niets aan zag ik
hoe haar moeder met haar dronken kop
haar ribbenkast had rauw geschrobd
*
Smurrie
Er zat een rare kliederboel
aan haar lippen, rond haar mond
en je zag het kleven aan
haar armen en haar heup
Niemand weet echt zeker
wie ze was of hoe ze stierf
ze openden haar damestas
en daarin lag een slang
*
Ik ben zo achter met mijn werk
Rook bevingerde het huis
een brandende smachtende drift
De katten keken toe door de damp
en likten onderwijl hun poten
ze likten hun poten
Er was bezoek, hij keek me aan
en vroeg of het me speet
Normaal gesproken, niet nee
maar mijn werk is nog niet af
ik ben nog lang niet klaar
Het vuur dat sprankelde in zijn lach
en daarna onder zijn huid
En dus sprong hij er zomaar in zomaar in
hij sprong er zomaar in
*
Eén ding
De leuning van de brug
trilde van de bel
De gelegenheid tot vertrek
verscheen al snel
De mogelijkheid bevloog mijn brein nu
eens te meer
Ik wilde echt maar één ding
minder niet meer
minder niet meer
minder niet meer
*
1 Aanvankelijk dacht ik dat ‘Rauw’ en ‘Smurrie’ één liedtekst vormden,
en eigenlijk kan dat heel goed. AK
The Residents, Commerical Album, 1980
ill. Roland Topor