Genade We komen aan in Koudfontein, gevankelijk, en vrezen niet te sterven: zal de dood langzaam komen, doorheen onze marteling, of plots, een houw? Groen met goud afgeboord, een tapijt om een hoofd op te vangen. Onze voeten zwellen, onze schouders buigen. | Grâce Nous arrivons à Froidefontaine, captifs, sans craindre notre mort: viendra-t-elle lentement, par torture, ou subitement, d’un seul coup ? Vert aux bords jaunes dorés, le tapis se prête à recevoir une tête coupée. Nos pieds se gonflent, nos épaules se cambrent. |
Categorieën