Dan liggen mijn woorden al in het donker
Vanmorgen droomde ik zo:
Dan ligt mijn mond nog half in het duister
En dacht aldaar: ik doop mijn tong diep in ochtendinkt
Zwarter dan zwart en munt mijn prangende ziel heel
Al wakend vroeg ik mijzelf:
Schrijven dichters de hele dag gedichten?
Nee zei ik, Chrétien doet dat niet
’s Avonds bakt hij kroketten in ossenwit
’s Ochtends eet hij roomboterkoekjes
Chrétien weet nog geen cartouche te vouwen
Maar heeft zijn winkeldochters o zo lief