Categorieën
PLEEBEER

R.I.P.

Terwijl buiten verwijten allerhande om de oren fluiten, heerst binnen vrede bij het haardvuur. Alhoewel.

Buiten keerde inmiddels de rust terug en konden de ordediensten zich terugtrekken. Binnen echter begonnen nu pas verwijten allerhande om de oren te fluiten.

De lezer begrijpt dan niet altijd waarvoor deze straffe taal bedoeld is. Soms echter schieten zelfs straffe, strakke woorden tekort.

Il faut être un connard pour toujours parler de la sorte.

Je moet Conner heten om altijd op die manier te spreken.

In de overige ogenblikken dat ons rust gegund wordt, denk ik daar soms aan. Nooit dacht ik terug aan R. P., mijn eerste overste op mijn laatste werkplek. Veel werk had hij niet aan mij: mijn vrije dagen beheren, soms een dienstnota toelichten.

Hij had een bijzonder gevoel voor humor, een kleine auto en een weinig opvallende, magere gestalte.

Vandaag verneem ik dat hij overleden is. Hij was even oud als ik.

Categorieën
PLEEBEER

Welke is onze aard?

Op wandel

“Dat zal dan wel karakterveranderend zijn.” Kent u die uitdrukking? Ik niet.

Ik ging wandelen, een late ochtendwandeling op zondag. Er kwam een koppel aangelopen. Dat heet dan weer jogging. Ze waren in gesprek. Als je niet te hard loopt kan dat nog net. Ik ving een flard op. “Dat zal dan wel karakterveranderend zijn”, sprak de man tot de vrouw.

Zoiets zet me aan het denken. Dan vraag ik me af wat is ons karakter, onze aard? Kan je die zomaar veranderen? Mijn hersenkronkels die als een slang zich voortbewegen brengen me aldus bij de dichotomie, de innerlijke tegenspraak, tussen populair en elitair. Je bent het een of het ander. Trump, die lompe Donald dus, denkt dat hij beide is. Doch dit geheel terzijde. Hij dwaalt en ijlt, uiteraard en doet er verder niet toe.

Nee, dan denk ik: “Of je bent gek”. Dat is met andere woorden de derde weg.

Categorieën
PLEEBEER

Tijd voor het einde

‘Nu het einde nadert is er van genade geen sprake meer’. De postbode belt altijd tweemaal. Aan de deur. Na gedane ronden en arbeid zit hij hier in het dorpscafé, zowat het enige café.

De postbode brengt op die manier zijn eigen boodschap aan de man. Uitgerekend een enkele man zit in het café, verderop aan een tafeltje.

Buiten valt ineens het zonlicht uit, valt een stortbui neer, heftig, in geen tijd staat de straat blank. ‘De moessons hebben ons bereikt’, aldus de postbode. De hele tijd heeft de ander geen woord gezegd. Zijn stilte irriteert de bode. ‘Vindt u er dan niets van, mijnheer, ja, u daar?’

De man drinkt de rest van zijn glas in een teug leeg, staat op, rekent af aan de toog, draait zich om naar de bode en spreekt, uiteindelijk: ‘Nee, ik vind dat alles maar niets’, stapt op, trekt de deur open en verdwijnt in de stortregen.

(eerder gepubliceerd op kutbinnenlanders.nl maar uit solidariteit met Dirk Vekeman ook hier, dus)

Categorieën
PLEEBEER

Fijn snijwerk

Nergens was nog een mes te vinden,

toch was de spanning te snijden.

Gillen en schreeuwen waren niet meer te vermijden.

Kan een zwaard misschien soelaas bieden?

Of een sabel in de handen van lieden

voor wie moord en brand altijd gelegen

komen en de brand van het verlangen

te lijf gaan met fakkels en tangen

tussen hun tanden

in hun handen.

.

‘We houden niet van lanterfanten.

Schieten op giraffen en olifanten.’

.

Toen de spanning aldus was gesneden

kwam geen ontspanning hoe welgelegen

die ook had mogen komen.    

Categorieën
PLEEBEER

Ultra kort kort essay

Goed & wel beschouwd, als we de geesten oproepen, dan zingen we. Als we de regen uitdagen, dan dansen we. En wat als we schrijven?

Het heeft geen zin te zeggen dat het er niet toe doet: het doet er toe.

Ook & vooral woorden immers doen ertoe om te toveren. Woorden in zinnen gebouwd volgens hoorbare, zingende en dansende klanken toveren van alles & nog wat te voorschijn.

Het gaat ons niet om de schone schijn, we doen niet aan marktwerking. Te voorschijn!

Op de achtergrond hebben we de demonen gesmoord in kokende olie.

Categorieën
PLEEBEER

Zijn niet alle vrouwen geil?

Veelal zal het mij worst wezen of maak ik het tot een terzijde. Half verscheurende verhalen doen me evengoed glimlachen. Ik ken immers de menselijke natuur alsof het de mijne is. Alsof? Het is de mijne.

Soms bestaat mijn geluk erin dat ik het zelf niet meemaak of op de treurbuis te zien krijg. Uit tweede hand dan wel mond hoor. Tweedehands roddel.

‘Moet je nu eens horen!’ Nee, eigenlijk moet ik dat niet, weet je wel. Hoe minder ik moet hoe beter.

Daarom schoof de spreker vandaag het gebeuren in een tussendoor met een grote klemtoon op ‘je schoolvriend’, ‘je kent hem toch nog’. Een echte schoolvriend is hij nooit geweest. Nu ik hem ken, liever niet, en zie wiens schootvriend hij toch was!

Categorieën
PLEEBEER

Schijn lost de vraag naar zijn of niet zijn niet op

Wijst het uitblijven van enig teken van leven op de dood? Of kan het ook maar schijndood zijn?

Deze vraag zou de artsen meer moeten bezighouden dan ze tot op heden doen. ‘U weet zeker niet hoeveel nutteloze administratieve taken de minister ons oplegt?’

Het lijkt wel de onderwijssector, weet je wel. Die heeft ook een minister.

Niettemin verdient bovenvermelde vraag meer aandacht. ‘We kunnen toch niet elke dode scannen. De scanner heeft al werk genoeg met de levenden’.

Dat eerst mijn vader stierf en lang nadien mijn moeder, behoeft wat mij betreft geen twijfel. Elk teken van leven bleef uit. Voorgoed.

Categorieën
PLEEBEER

Vol huis

Zou je dit overvol kunnen noemen? Een zaaltje met twee lange tafels en twee ramen.

Hij weet het niet. Hem lijkt het alvast goed gevuld en toch lijkt hij de afwezigen te willen monsteren. Afwezig op de begrafenis van hun eigen moeder!

Hij zou ze zijn broers moeten noemen maar komt er niet toe. Het deert hem overigens niet echt, wat kan het hem schelen. Zijn eigen dochters en de dochters van beide afwezigen maken het zaaltje overvol.

Categorieën
PLEEBEER

Menselijk kapitaal. Proeve van kansberekening

Zonder in toevalligheden te willen vallen en vooral om dat te vermijden, hebben we enkele parameters bovengehaald en toegepast op de gegevens zoals we die verzameld hadden en opgeslagen.

Als eerste parameter geldt de afstand. Vijftig kilometer wordt als maximum aangenomen. Er is geen minimum.

Met de leeftijd wordt nauwelijks rekening gehouden. Worden uitgesloten: onder de twintig en boven de vijfenzestig.

Tweede dwingende parameter is de bereidheid tot binnen om daar thuis te werken, met uitsluiting van wie daar niet toe bereid is. Sommigen verhelen dit aspect. Toch ontsnappen ze niet en vallen ze door de mand.

De andere parameters spelen losjes weg: een, twee of drieweegs, waarbij drie de voorkeur geniet. Of de hoedanigheid zoals daar is: eronder. Onder de leuke duim schuilt de grote luim. Deze formule en formulering definieert deze parameter.

Op deze basis komen drie kandidaten uiteindelijk in aanmerking. Het is haast een blinde gok om de volgorde te bepalen. Rust echter brengt behalve roest soms ook inzicht. De derde dag zagen we dat een heel erg goed zou kunnen zijn en haalden die aan.

Het zou een juiste gok blijken.

Categorieën
PLEEBEER

Zoutloos lonkt de eenzaat

Er heerst pandemie. De herbergen zijn dicht. Mannen liggen op de zetel voor de treurbuis bier uit blik te drinken en laten hun vrouwen op hun honger.

Deze gaan dan stiekem elektronepgesprekjes voeren op  sites bedoeld om afspraakjes te maken om van bil te gaan.

Zelden komen ze ervan.

Buiten verkneukelt het virus zich in zoveel uitzichtloze eenzaamheid.

Categorieën
PLEEBEER

Dagen, nachten

Het is al lang kwart over acht geweest. Of kwart over zes, voor mijn part. Het doet er niet toe.

Het is immers kwart over tien.

We zijn vlug geneigd hieruit een besluit te trekken maar dat is er niet.

Als we er morgen maar niet meer aan denken.

Het is bijlange morgen nog niet.

Er kan nog veel gebeuren.

Of helemaal niets.  

Categorieën
PLEEBEER

Vanuit de holen

.

Wie eenmaal het getal kent

van de volmaakt vrije wereld,

blijft hij misschien wel zij

dan voorgoed thuis?

.

Of begint dan het dolen?

++

.

Niet achterlijkheid noch vrolijkheid

worden beloond, ik val mooi

.

buiten de prijzen. Daar

is het goed toeven.  

Categorieën
PLEEBEER

Zonder titel, alsnog

Sans titre en attendant  

Un arbre, ni coq ni âne,
prend soin de son âme.
Y saute un pinceau
ou encore un homme – oiseau.  

Ils sauvegardent notre jeunesse,
ni d’une poule, ni d’une ânesse,
empêchant notre tronc
de prendre folie ou poltron.   

Vois-tu ce gros tronc ?
La forme le ronge,
la vase d’un mauvais songe.  

Vois-tu cette fine branche ?
Elle a une belle jambe bien blanche.
Zonder titel alsnog

Van de hak op de tak
zelden omgekeerd, zelden mak,
springt nu eens de mees
dan weer de mens met de pees.  

Het houdt ons, bomen, jong
die van de wereld zijn de long.
Het belet onze stam
krankzinnig te worden of lam.  

Zie je die dikstam?
Hij vergaat van de vorm
die hem wegknaagt tot molm.  

Zie je die duntwijg?
Aan zijn voet een paardenvijg.      
Categorieën
PLEEBEER

Ongeloof van elke dag – Incrédule quotidien

Incrédule quotidien  

L’indiffère semble un malheur.
L’incrédule du coup a peur.  

Quel bonheur, que rien ne casse,
je n’ai pas de copains de classe,
ni des camarades de chasse,
s’appelant bêtement Ducasse.  

Le cuir une peau bien tannée
se tient souple dans la main.
La viande dans la saumure salée
se fait manger de goût plein.  

Tu as beau dire que tu t’en fiches,
pâlis au moins quand on te couillonne.

Ongeloof van elke dag
 
Onverschil lijkt een ongeluk,
ongeloof schrik zonder opsmuk.
 
Mijn geluk kan niet stuk:
ik ken geen Van Lienden
onder mijn vrienden.
 
Gelooid ligt het leer
soepel in de hand.
Gepekeld keer op keer
mals het vlees onder de tand.
 
Zeg dan nog wat kan het je schelen.
Verbleek en laat met je ballen spelen.
Categorieën
PLEEBEER

Grâce Genade

Genade  
We komen aan in Koudfontein, gevankelijk, en vrezen niet te sterven:  

zal de dood langzaam komen, doorheen onze marteling, of plots, een houw?

Groen met goud afgeboord,
een tapijt om een hoofd op te vangen.  

Onze voeten zwellen,
onze schouders buigen.
Grâce  
Nous arrivons à Froidefontaine, captifs, sans craindre notre mort:

viendra-t-elle lentement,
par torture, ou subitement,
d’un seul coup ?  

Vert aux bords jaunes dorés,
le tapis se prête à recevoir une tête coupée.  

Nos pieds se gonflent,
nos épaules se cambrent.
Categorieën
PLEEBEER

U vraagt

Wat drijft me? Kijk.

De buis lijkt star, is soepel,

lenig en buigzaam.

Een lichtgewicht ook nog.

.

Voorzichtig verwarm ik haar

plooi haar geleidelijk

naar mijn wil.

.

Ik doe dit keer op keer

en op een dag, bij open weer,

hijs ik het zeil.

.

Zij is zowel mast als bast

geworden en voert me

naar waar ik wil.

Wat mij drijft? Wind.

Categorieën
beeld tekst

Piet, Paul, Jan en de anderen

 

 

Gedane zaken nemen ongemeen een keer.

Zwart op wit draaien ze een rad

voor de ogen van onder- en bovendrukte.

 

Enkele druppels speeksel vliegen in het rond.

De keer geschiedt terstond.

 

Het wordt er heel even beter op, veeleer.

Eierhoofden verlaten het geëigende pad.

Ze krijgen koorts en lopen dra op krukken.

 

Dank je wel, corona, dank je.

Ongemeen hoe je ongedane zaken

keer op keer gedaan maakt.

 

Categorieën
PLEEBEER

Opstand

Temperaturen en gemoederen hoog op
flirten met plafonds.
Een hand gevuld met je borstkoepel.

Dul noch dol de griet.
Geen feest hier in het land,
teugels strak.
Tot alles ineenstuikt.

Regen en wind beuken erop in, hakken.
Boom en rots, middenvingers
in deze branding in dit gegeseld land.

Langzaam de teugels vieren.

Wind gaat liggen. Boom en rots
glimmen en glunderen.

Categorieën
erger

Zeeland Zélande

Daar dan alweer lagen wij
in elkaars branding.
Ook nu waren de golven
ons eerst genadig.  

De wind nam toe
Het land kreeg zijn grond doorploegd.  

Grotere golven
overspoelden ons
tot op de top.  

Bij het stranden
bleef ik trillend achter.
Nous voilà à nouveau allongés
dans le ressac l’un de l’autre.
Là encore, les vagues
ont d’abord eu pitié de nous.  

Le vent a augmenté.
La terre du pays était bientôt sillonnée.  

De plus grandes vagues
nous ont accablés,
nous portant au sommet.  

Sur la plage je n’arrêtais pas
de bander.
Elke poging om te verhullen ten spijt.
Categorieën
erger

Mettertijd zonderling

 

Met

de vinger aan de pols

de stok aan de hoepel

de hoepel om de hoek

de koepel boven de stoel

 

 

komen we er

komen we er

komen we er voor uit.

 

 

Zonder

de vlieger die opgaat

de mier die zich niet eten laat

de stok die de hoepel lost

de hoek waarachter de hoepel

kreupel stil valt.

Categorieën
erger

Americana

1.Met het oog op de uitgang, uit,

nemen we plaats zowat

in het midden van de bioscoopzaal.

 

Rechts van ons zit Ludwig Wittgenstein,

naast hem Barosso.

Voor ons een gezin met acht kinderen.

Daar zou jij uit voortkomen.

 

Het Wilde Westen slaat volop toe.

Koewachters hoeden hun vee

van onder hun hoed.

 

 

Ze schieten pas

als de Indianen komen aangerend.

 

Er is al lang geen vee meer om te hoeden,

noch indianen om te verdrijven.

Ze schieten dan maar elkaar neer.

 

 

 

2. Zonder zorg om de uitgang,

onze plaatsen zijn genummerd,

gaan we zitten in het paleis.

 

Rechts van ons zit mijn collega,

verrast, wat verder naast hem

Barosso.

Wittgenstein is er niet meer bij.

 

Een oeroude neger met een band

speelt op zijn saxofoon

ons van onze sokken.

 

 

 

1. En vue de sortir, sortie,

nous prenons place pratiquement

au milieu du cinéma.

 

A notre droite, Ludwig Wittgenstein,

à côté de lui, Barosso.

Devant nous, une famille de huit enfants.

 

C’est de là que tu sortiras.

 

Le Far West sauvage bat son plein.  

Les gardiens des vaches gardent leur troupeau

de sous leur chapeau.

Ils tirent tout juste

quand les Indiens arrivent en courant.

 

Il n’y a plus de troupeaux de bétail

depuis longtemps,

ni d’Indiens à expulser.

Ils se tirent alors dessus.

 

 

2.         Sans se soucier de la sortie,

nos places sont numérotées,

on s’assied dans le palais.

 

À notre droite se trouve mon collègue,

surpris, un peu plus loin à côté de lui

Barosso.

Wittgenstein n’est plus là.

 

Un très vieux nègre avec un groupe

joue du saxophone

à nous faire tomber hors chaussettes.

Categorieën
erger

Boef of dief

Wat kruipt daar door het hoge gras,

wat kruipt daar door het lage gras?

Is het de dood, is het een dief?

Het is dan ook nacht.

Sluipgraag kruipt hij niet maar tippelt.
Het moet niet altijd de dood zijn die bij nacht.
Categorieën
erger

Aan Dirk Vekemans

Zie toch de veek 

hangen aan zijn kruis 

van god en vrouw verlaten. 

Spot niet met hem, 

heb geen medelijden. 

Zie hem daar hangen, 

haast van pijn verblijd. 

Categorieën
erger

een uit de hand lopende reggae

Mijn onbehagen kan ik niet schragen

in je tepelhof. De weg naar die van Eden

is afgesneden.

Het punthoofd dat wij er van krijgen

put ons uit. We wijzen niet langer,

wezig als we worden vallen we uiteen.

Boehoe wat een stemming

voor elk van ons tot ver na het ontwaken.

Categorieën
erger

Het is ons wat

De rust die van het landschap uitgaat

daarover raakt niemand uitgepraat.

Op het netvlies haakt een vlieg in.

Een mug laat een scheet,

een visser heeft beet.

De wolk houdt zich achter de hand,

de zee doet het met het land.

Ik rijd enkele rondjes

op een zeepaard, wat een kontje.

Onder het dal ligt de diepte

gaapt de kloof

geeuwt de eeuw.

Categorieën
erger

Staande en zittende uitdrukkingen

Ik ben een groot gebruiker van uitdrukkingen, die ik in stand houd, dan wel in stand opricht. Staande uitdrukkingen, ze staan zo mooi. Er zijn ook zittende uitdrukkingen. Tegen iemand die beter verdwijnt, kan je veel kanten uit: 

‘Ga weg.’ ‘Verdwijn’. ‘Wilt u hier even door de grond zakken?’ 

Bij mij gaat het steevast als volgt: ‘U kunt twee kanten uit: de boom in of de pot op.’ Beide zijn zittende uitdrukkingen. 

Categorieën
erger

Hallo, zit daar iemand?

We zaten er heimelijk op te wachten op de plee, op een stuk over de urinoir, al dan niet van Duchamp, de meningen daarover lopen de laatste tijd nogal eens uiteen. Of minstens uit twee. Op de plee zitten we trouwens meestal te wachten. 

Het moet overigens niet altijd ellende zijn, het kan ook bevrijding worden. Zodat de grijns op ons gezicht ontdooit tot glimlach. 

Ineens zie ik dat het pleegebeuren hier modulair verwerkt wordt door de pleetechneutologie van wordpress. Het geheel laat zich voortaan schrijven in blokken. 

Moeten we ons daardoor ongelukkiger voelen dan we ons voordoen? 

Of juist gelukkiger? De pot op met deze vragen. We mogen verder niet klagen, anders krijgen we een enkele reis naar de klaagmuur, die tot nader order nog steeds in Jeruzalem staat. Trump is van plan hem af te breken en steen voor steen over te brengen naar Tel Aviv. Dat varken uit het witte huis in Washington is de enige die de zaak van de joden met voeten mag treden zonder voor anti-semiet te worden uitgescholden. 

Okee, genoeg stof voor de plee. 

Categorieën
erger

Wat een meubilair

Voor Harmen Verbruggen 

 

Het smoelenboek lees je niet op een stoel,

ook niet bij de massage. Noch onder de massage.

Ik heb het toch eens geprobeerd,

zo onder de massage.

Ik kon geen woord uitbrengen.

 

Het smoelenboek lees je niet op de plee.

Was het maar een boek.

 

Categorieën
tekst

Een storm vervolmaken

Buiten bereidt men een storm voor

en ook binnen is het stil.

Het apparaat is klaar voor gebruik,

u kunt de meting starten.

 

Van de weeromstuit de dichter

ligt er sprakeloos bij met halfglazen blik.

De pax poetica heeft hem te pakken.

Hij mompelt zelfs niet meer.

 

(Dit gedicht is in Amsterdam afgedaan als mechanisch; terwijl het eigenlijk nogal procesmatig is. Tja, in Amsterdam zijn ze niet altijjd mee met de stroming buitengaats)

Categorieën
erger

Een gedicht van Martinus Benders

Categorieën
audio beeld

Een gedicht van Dirk Vekemans

Categorieën
tekst

Een greep naar de wolken

Maak ons geen air wijs

alsof je de muziek kent

niet de tekst van het lied.

 

Laat de daver maar

de bovenhand halen

op de trein, de sporen

laten de rozen geuren,

de veestapel in kralen

mag van zich laten horen.

 

Laat je alvast maar bekoren

door het galmen van het koren.

Wie denkt koortsig hooi te stapelen

mag van een strooien dak tuimelen.

De vogel hoort thuis in zijn leeuwenschik.

 

En hoor hoe wijs

het lied zingt van de aarde.

Categorieën
tekst

lichte kost – digestif

Noteer in je beursboekje

hoeveel je vandaag nog waard bent.

Kijk daarna in de spiegel.

 

Noteer in haar keurslijfje.

Prenez note dans votre clapet boursier

de votre valeur actuelle.

Ensuite, regardez-vous dans le miroir.

 

 

Prenez note dans son corsage.

 

 

 

 

Categorieën
tekst

Nachtwacht / Veille nocturne

Het is ons ding niet,

noch ons kopje thee,

om koffie te gaan kletsen

om kliekvorming.

 

Het onheil laat zich zelden spellen

zonder fouten. We foeteren

dan ook behoorlijk.

 

De rots staat uit volle borst

in de weg, blazen

helpt geen moer.

 

We houden dan ook graag

deze picknick in het zand.

Aan zwaar tafelen hebben we het land.

 

Verscheurend verheft zich

dra de maan

waar vogels hun mannetje staan,

op wacht om te vissen.

Ce n’est pas notre truc

ni notre tasse de thé

de calomnier en prenant le café

et faire une clique.

 

Il est difficile d’épeler une calamité

à l’avance sans fautes. C’est pourquoi

nous rouspétons énormément.

 

De pleins poumons la tempête

fait obstacle au port.

Cela ne sert à rien de souffler.

 

C’est pourquoi nous aimons

à manger le déjeuner dans le sable.

Nous détestons un repas trop lourd.

 

Il est déchirant de voir la lune

bientôt se lever,

là où les oiseaux n’ont pas froid aux

yeux veillant en attendant le poisson.

Categorieën
tekst

Magistral comme je déploie les moments devant moi:

aucun geste si ce n’est qu’il est parfaitement saisi dans ce qui a été atteint

parfaitement déjà comment il aura été et donc ne se permet pas

de vouloir être un geste.

en gardant la même distance en posant,

une division est créée visiblement dans l’indivisible

telle une paroi cellulaire qui

dans un écho, du coup, n’est plus une paroi cellulaire mais mouvement

 

ou encore un nuage qui se déchire dans les nues

alors qu’il y a peu, c’était un marin ou un lézard.

 

l’inévitable qui en soi était un rien qui devrait se faire

que je commence à ouvrir si lentement dans le présent,

à déplier avec un attendrissement pieux dans la coagulation de mes plis

jusqu’à ce qu’il s’arrête juste avant que vous ne preniez la parole.

 

ma main bouge comme sur une mousse noire

qui a des odeurs profondes de pourri et de luxe.

 

Je rends visible l’euphrate qui goutte, le sahara qui se fait compter

je montre le vent de l’ouest qui transforme la mélancolie en vagues

en hectare après hectare pleines de croissance et d’anémones blanches.

 

oui, je parle espace car je suis trop réveillé pour le temps.


 

meesterlijk ik spreid momenten voor mij uit: 
geen gebaar dat niet volstrekt gevat in wat vooraf
perfect bereikte al hoe het geweest zal zijn en dus
zichzelf niet gunt gebaar te willen zijn.

bij het leggen op gelijke afstand
ontstaat er merkbaar afscheiding
in het ondeelbare zoals een celwand
op een echo plots geen celwand maar
bewegen is.

of zoals een wolk in wolken scheurt
terwijl het net een zeeman was of hagedis.

het onvermijdelijke dat uit zichzelf een niets was
dat wel komen moest begin ik extreem langzaam in het nu
te openen, met devote vertedering open te plooien in het stremmen
van mijn plooien tot een stilstand net voor u toch spreken gaat.

mijn hand beweegt als over donker mos
dat diepe geuren bergt van rot en weelde.

het druppelen van eufraat laat ik zien, het tellen van sahara.
ik toon de westenwind die van weemoed golven maakt
in hectare na hectare vol met bloei van witte anemonen.

ja, ik spreek in ruimte want ik ben te wakker voor de tijd.

Categorieën
tekst

Hoe streng we bij het drinken dronken

Laat ons spontaan

uit de nek zwalpen,

uit de heup lullen

en ten voeten uit huppelen.

 

Spontaan? Mijn reet, ja.

We hebben met de neus

diep in het glas gekeken

en worden nu de afgrond gewaar.

 

En ja, wat zou het?

En nee, dat mag best.

En dus ja, nog een rondje.

Categorieën
tekst

In de herhaling verbergt zich een talent

In de herhaling verbergt zich een talent

 

Ik dwarrel niet maar schiet vooruit,

meteoor op het water.

Ik val niet eens.

 

Ooit was ik een ster

en dwarrelde in de hemel.

Toen kwam mijn tijd

om naar beneden te gaan,

te vallen.

 

Liever was ik blijven dwarrelen.

Zal ik ooit nog dwarrelen?

 

Mijn val

omhoog

waarmee alles is begonnen,

was onverwacht.

Niemand had het ooit voorspeld.

 

Ik dacht: ik zweef, maar dwarrelde.

Vele ogen verborgen achter camera’s

volgden me op de voet.

 

Hier en daar stopte iemand

een micro voor mijn neus

en stelde vragen.

Wist ik veel wat ik moest antwoorden.

Ik was bezig te dwarrelen.

 

Beide voeten op de grond,

wat moet ik me daar bij voorstellen?

Op handen en voeten kruipen,

ik doe het niet na.

 

Vraag een meteoor niet iets

wat hij of zij niet kan.

 

Vraag me gewoon niets.

 

deze boot heet meteoor.jpg

Categorieën
erger

Mode het is van het huis

Zelden zag men zoveel genie samen

als op onze werkvloer.

Wij ontwikkelen kunststoffen

die maken dat je in je ondergoed

je billen niet voelt

noch je geslachtsdeel.

 

En alles netjes bij elkaar blijft.

Wij ontwerpen dat ondergoed.

 

De stof maken en knippen, dat doen wij.

De broekjes maken, dat doen zij,

in achterafzaaltjes en –werkplaatsen

met enkel kunstlicht en zonder kunstgebit

die arbeiders kunnen dat toch niet betalen.

 

Categorieën
tekst

Geen weer geen wind – Quel temps quel vent

Nu blijkt dat wij bleek

wegtrekken aan de kim

stopt allicht het zoeken.

 

Hoe jullie netjes iedereen optrommelen,

wat later ieder op zijn plek

te kakken zetten, de kaken op scherp

en jullie niets daarvan oprommelen.

 

Voor de drommel!

Kom maar hier

met dat bier

van de hommel!

 

Uit onze ooghoek zien we nog net

de mastpop hangen aan de masttop.

Eindelijk ligt alles klaar nu,

voor de hand, steek hem uit

geef vuur aan de brand.

 

À présent il s’est avéré comment, pâles,

nous disparaisons à l’horizon,

peut-être la recherche s’arrêtera-t-elle.

 

Comme vous avez si bien mobilisé

tout le monde, pour mettre chacun

à sa place, à chier,

la crampe aux fesses,

sans que vous les nettoyiez.

 

Au diable !

Par ici,

cette bière

au bourdon !

 

Du coin de l’oeil nous observons tout juste

la poupée de mât pendue à son sommet.

Enfin tout devient clair, allant de soi,

prêt à prêter la main

pour y mettre le feu.

Categorieën
tekst

Een ogenblik graag

Haast iedereen kent hoop ik nog de uitdrukking: het moment is aangebroken. Ze dateert uit de tijd dat de tijd nog iets autonooms had en dus kon aanbreken, uit eigen beweging en in eigen beheer.

De postmoderne lullers, dit zijn lieden die menen dat de hemel de grens vormt en dat je moet blijven scharrelen tot je hoofd er als een ei uitziet, hebben de zaak verbasterd tot een momentum. Het ogenblik kreeg iets van een monument maar vooral, het werd manipuleerbaar. “Ik voel dat het momentum gunstig is.”

Lang heeft dat niet geduurd, dat momentum. Het bleek geen monument te kunnen worden. Nu zijn er opnieuw momenten. Maar ze breken niet meer aan. Nee, de mens breekt ze aan. Er is het trefmoment voor ouders op de nieuwe school. Er is het afscheidsmoment als iemand gestorven is. Er is het ontspanningsmoment op het werk. Of het kennismakingmoment. Al bij al mag het nog een moment lang duren. Een ogenblik, graag, meer mag dat niet zijn.

Ogenblik! Wie zegt dat? Wie vindt dat we geen tijd meer mogen nemen? Als iemand onder jullie de schuldige vindt, u gelieve die uit te leveren aan het Strafhof te Den Haag wegens grove schending van de mensenrechten en wegens aanslag op de mensheid en, last but not least, wegens diefstal op de mensheid met collectieve verarming als gevolg. Tijd moet u weten is ons geld. Het is ons kapitaal. Wij zijn wij? Wij zijn de kapitaalonkrachtigen die het moeten doen met wat koopkracht. Die beperkte koopkracht nemen we er bij, als we maar vrij mogen beschikken over onze vrije tijd, ons echt kapitaal.

Als men dat kapitaal echter opsplitst in momenten en die dan vervolgens in een mum van tijd laat afhandelen, zodat we in ademnood komen, dan gaat dat ons te ver.

Een ogenblik, graag.