Pasi thea kalè
ik, ik wist dat ik het in mij had
de dans, de wind, het ei
maar hoe, en zou het werken?
verveling werd mij snel te veel
dus aan de slag[1], weldra slang,
het noorden naald, kompas
werd compassie, tango had mij
vroeg al lief, de bergen & het dal
volgden in razernij & mij
o gretig een tochtige merrie
riep ik het niet-bestaande tot bestaan:
het stond rechtop in mij
ik de plek hij de tel
de wet het spel
spilt & spelt zijn lied
duivels schietlood benam
de adem met een doelgerichte
eeuwigheid van spog
niets zonder gevolg luidt
de hoofdwet van de dans
het ei in mij wenste een vogel
ik, ik liet los, en hij, hij
broedde koekeloerend
tot hij scheel zag & brak
zo staat in schrift geschreven
beitel stoer in mannenhand
& ik, ik alleen, de noorderkroon
~~~
nee, het is anders gegaan
ofi mocht dan kunnen sprietsen
broeden kon hij niet
schaal & al schonk ik
pandora, eerlijk gegeven
wellicht kan zij ermee leven
[1] zuidwaarts van Nammoe tot Nippoer
ill. Dirk Vekemans, Engel