Categorieën
erger tekst

het einde van de kunst? of duchamps urinoir als de wieg van de kunstenaar

het einde van de kunst? of duchamps urinoir als de wieg van de kunstenaar

het einde van de kunst staat of valt met de mens. het beeld dat de mens van zichzelf ziet, van zichzelf maakt of laat maken én het beeld van dat de mens van zichzelf heeft. dit laatste beeld is geen echt beeld, maar een gemoedstoestand, gevoel, overtuiging, wens en herinnering gemeen vervlochten met elke handeling. narcissus —die in zijn eigen (af)beeld verdronk— is de door zichzelf geobsedeerde europeaan. deze obsessie kent een brandpunt: hoe ver de mens natuur en materie naar zijn hand kan zetten, materie kan beheersen met vorm, een vorm die altijd van de mens zelf is afgeleid. materie moet door de mens kunnen worden gebruikt —nut, doelmatigheid— en liefst nog zoveel mogelijk op de mens gaan lijken.

europa heeft zichzelf vanaf de oudheid in zelf-reflektie gewiegd. daarom is duchamps mona lisa daarmee niet anders van werkwijze of aard dan ovidius metamorphosen, de metamorphosen zijn een feest van herkenning, de belezen lezer glundert van genot van hoe speels ovidius verwijst, citeert, verandert. de belezen lezer is nu een toeschouwer van een beroemd schilderij, dat door een beroemd kunstenaar onder handen is genomen. een spel met de traditie.

duchamps urinoir is niet anders dan homerus odyssee. verhalen van een volk, openbare symbolen verwerkt, verdicht. was de odyssee een heldenepos, duchamps urinoir is de intrede van de held als anti-held. het urinoir is de anti-mythe van de moderne tijd.

het urinoir is kunst die over kunst gaat, kunst als kunstkritiek. maar dat is niet het enige, het is ook de intrede van het alledaagse.

niet dat daarvoor het alledaagse geen plek in de kunst kende (denk aan de gelegenheidspoëzie van horatius, gedichten ter gelegenheid van gedenk- en feestdagen), maar het metaforische karakter, of zeg maar de symbolisering, is het urinoir vreemd. het urinoir staat niet voor iets, is geen plaatsvervanger, koerier van een boodschap, symbool voor het einde van de kunst, aktievoerder van de theorie.

het onbruikbare urinoir met handtekening is wel zeker een statement, maar vooral een nutteloze indruk, een anti-indruk, een teleurstelling, deerniswekkend. de handtekening moet het urinoir in het museum beschermen tegen deze kwetsbaarheid van het belachelijk vreemde, de handtekening is een bewaker, een onvervreemdbaar certifikaat van echtheid, een immateriële beschermheer van de materie. het urinoir lijkt niet op ons, wil ons niets zeggen, kan niet meer door ons gebruikt worden. de materie die we naar ons hand hebben gezet, heeft duchamp uit ons zelf-beeld ontvreemdt.

het urinoir is een uitdaging, niet een nieuwe norm of model. het urinoir is een wieg voor de filosoof, aangedaan door dat ding, beroert, in beweging gezet in konfrontatie met zo’n deerniswekkend, passief ding, schrijft de filosoof, met merkwaardige koncentratie en aandacht, om te getuigen van wat daar gebeurde.

ongeacht of de stelling dat moderne kunst theorie in aktie waar zou zijn, is de narcissus-mythe niet nieuw, kunst is van oudsher verwerking van wat voorafgaat; in direkte zin; herneming of citaat; in indirekt zin altijd herinnering met de eis van verinnerlijking. een klassieke werkwijze gedreven door poëtika, navolging, modelleren naar voorbeeld van de groten. zo kijken we naar onszelf; door terug te kijken en dat naar hier mee te nemen. alles verzamelen en naar huis meenemen.

de overheersing van de poëtika —althans van de schijn daarvan— kent in tweeduizend jaar tijd slechts enkele breuken; een werkje van een onbekende auteur, maar meestal wordt de naam longinus genoemd, dat over het verhevene heet, geschreven in de eerste eeuw na kristus. het verhevene duikt pas zeventien eeuwen later bij edmund burke en immanuel kant op. deze nieuwe aandacht —die meerdere bronnen kent— is onlosmakelijk verbonden met de komst van de esthetika, die de aandacht verschuift van de maker naar de toeschouwer, van regels, kennis en inzicht naar receptie, welbehagen en overweldiging. het woord esthetika komt immers van het griekse woord aisthēsis, wat eenvoudig zintuiglijke gewaarwording betekent, sensatie of gevoel.

deze obsessie van europa met zichzelf, gekoncentreerd in een schrijvend subjekt dat geobsedeerd is door hoe het zichzelf voelt, tegenover wat daar gebeurde, zoekt de mogelijkheid om al het voorgaande in één moment te hernemen en samen te ballen in een nieuw inzicht; definitief oordeel, resultante of resultaat.

de kunst van deze eeuw wordt juist door ontwapening en radeloosheid gekenmerkt. deze situatie kan “laffe” kunst afleveren, kunst die nooit af is, nooit tot voltooiing komt, omdat het zich geen oordeel, geen resultaat toelaat.

de eis van volmaaktheid is de eis van de poëtika, de esthetika kent geen bepaalde eis, is niet een stijl. een woord zoals esthetisering is een gruwel. het urinoir met een handtekening in een museum betekent niet de esthetisering van het urinoir, maar de onbruikbaarheid van een urinoir aan de muur van een museum.

het urinoir is onbruikbaar, gesaboteerd zou je bijna kunnen zeggen. deze onbruikbaarheid wordt door de handtekening veroorzaakt, de handtekening van een kunstenaar saboteert een gebruiksvoorwerp. de handtekening maakt het onmogelijk om het urinoir nog te gebruiken, het nut is eruit weggehaald.

als narcissus niet in een vijver had gekeken, maar in deze urinoir, zag hij slechts een urinoir. hij zou ogenblikkelijk verliefd worden…

de vernedering van het urinoir toont de verzegeling van het museum; de ziel wordt hermetisch afgesloten, onbeweeglijk bewaard als dood, bevroren, in afwachting, ja van wat?

de handtekening vernietigt de ziel van het urinoir. het urinoir is een opgezet urinoir, zoals een gorilla na de jacht als trofee in de hal als kapstok dient, lachwekkend, ontzield, tot menselijk gebruik gereduceerd. daarmee bedoel ik: gereduceerd tot wat iets voor ons betekent, voor ons nut heeft. de handtekening betekent het in bezitnemen van het urinoir door een kunstenaar, die daarmee —vreemd genoeg— juist het ding of wezen van zijn nut voor ons bevrijdt! nutteloos is het slechts zichzelf, onbegrijpelijk voor ons, onsterfelijk in zijn geheim.

Categorieën
erger

advertisement (homage to Szymborska) Luc Fierens

“advertisement” – Luc Fierens  (één van de 11 collages ) voor  Nie wiem – expo Wislawa Szymborska – Ijsberg- Damme-

vanaf zondag 7 april 2019


Categorieën
tekst

de dingen lichten in trossen op

schilder ons een kraterrand als horizon
waarop gedroogde vliegen sos’en morsen
voor ze zich in dom geluk naar binnen storten
in de vuurmond die alles gebiedt en laat
ons stuntelen struikelen bielzen zonder
ritme in het vacuüm van onze onmacht
als een kleine kolibrie in de ranzige schemerering
sluimeren, de wereld halfgrijs van onttovering
en de bomen alle bomen op sterk water hoor
hoe de golven op je gezicht in stukken breken
en in deze nonnenorde gaan we met kwasten
door de nacht, de sterren afgeplakt, de wereld
een onguur kaalhoofdig palet van gelooide
kleuren, we schilderen in ploegen de ergste

ellende, roken tussendoor de laatste
kinderen op om nog hun val te breken
wanneer de dode vissen waaieren over
het water als herftbladeren de stuipen
nog in hun vinnen rillen we over het oppervlak
waar de tijd blind giert van rusteloosheid
vangen we dikke vliegen om hun over het grote
niets te onderwijzen, robuust maakt ons dat en trots
vlechten we onze vingers in elkaar tot de botten
ervan kraken ja de opa’s zijn er weer met hun
regenboogachtige grote gebaren en vervlogen

Categorieën
beeld

pulses_21812638801_o

pulses_21812638801_o
pulses_21812638801_o

 

>>>>> more vispo by jim jeftwich on http://jimleftwichtextimagepoem.blogspot.com/

Categorieën
beeld

provocations_21791384782_o

provocations_21791384782_o

 

>>>>> more vispo by jim jeftwich on http://jimleftwichtextimagepoem.blogspot.com/

Categorieën
beeld tekst

Rondeel #1

DE WACHTER

Ik wacht en ik sta hier mijn naam te vergeten. 
Ik kijk naar de mensen die komen en gaan.
De zon is heel warm en koud is de maan.
Ik sta en ik wacht tot mijn naam is vergeten.

De mannen zijn haastig, zij willen vaak weten
En of wanneer LAIS door de poort is gegaan. 
Ik wacht en ik sta hier mijn naam te vergeten.

De mensen van ’t stad: ik weet hoe zij heten. 
Ik zie hen graag komen en liever nog gaan. 
Hun lief en hun leed zijn heel vlug gedaan.
En wat zij beweren wil nooit iemand weten. 
Ik wacht en ik sta hier mijn naam te vergeten.

(ik heb besloten om Christine de Pisan na te volgen. in al heur vormen.
ik vind zulks heel erg opwindend. ziehier mijn eerste rondeau pisanesque )

(kzal d’r ewa rotcollages bij doen, da’s goed voor de commerce)

Categorieën
erger

Pas de Français

Pas de Français

Écrire est un sommeil plus profond
que la mort,

j’ai les larmes aux yeux.

Je suis la poseuse tragique,
la Dame de Drame!

Je suis une poseuse
Poreuse!

Je suis vraiment
une Femme Dangereuse!

J’ai les larmes aux yeux,
des larmes amères!

Les larmes
d’armères mon amour!

Je suis l’enfant terrible,

la comtesse
de l’-eau de Cologne,

la sorcière
de migraine!

Je suis une vivante
de malaise
comme le bonbon mou

dans le soleil.

Comme le chien
nègre
j’ai commencé
là pleurer

et écrire et
crier!

Je bois du vin et de la
bière
et mon eau de vie
(oui!)

Je suis une héroïne
d’encre Chine.

J’écris,écris,
comme un chien mort,
je crie,crie
comme une sorcière de poésie
(oui!)

Je suis poète Maudit!
(oui!)

Categorieën
erger

Poete maudit (naar: Pas de Français of: Geen Franse film)

Poète maudit

Vermaledijde zottin!

Huilend
schrijft ze zichzelf in slaap, tot
heel dicht bij
schrijft ze zichzelf,

dieper en dieper
diepst,

de tranen op het papier,
tot in de diepste
Slaap.

Die eindeloze
die Eeuwige!

Laat haar maar, deze lekkende
Lamaar, deze
Tragische Troela, de
Deftige Dame van het
Levenslied.

Laat haar
dit drama maar!

Haar tranen biggelen vloeibaar zigzag.

Tranen van strijd
tranen van nijd

tranen van verderf
tranen van bederf

en groen snot, dat ook,
jawel mijn liefje!

Zie toch deze
tegendraadse truttebol,

een koppijnkol!

Kijk nou deze lamenterende
levensvorm, deze

slobbersoppige aardworm.

Zie ze smelten
in de warme zon, gelijk een

bejaarde chocoladetruffel.

Met van alles te vergelijken
lijkt ze op niets, deze zwartgallige

zwarte zwerfteef die huilt
naar lantarenpalen bij zonsondergang.

En ja, liefje,
zoals een zwartgallige zwarte zwerfteef, zo
schrijft ze ook!

Huilend op de stoep
huilend in de goot
huilend naar de dood!

En ze vult zich,
ze vult zich af, het mormel, met
Zwartgalligezwartezwerftevenvergif,
jawel mijn liefje,
jawel!

Zuipen en schrijven doet ze
om het even,
bij het leven,
deze heldin,deze
Héroïne d`encre Chine!

Ze schrijft als wat ze is, een
stinkende dooie
Zwartgalligezwartezwerfteef,

krabbelende kol,
vermaledijde muts,
jeremierende jonge juffer,
lamentabel loeder,
poetische peuter,

een Vleesgeworden Franse Film, een
eerste klas

Poète Maudit!
(Mais oui, mon amour, je suis!)

Categorieën
beeld erger tekst

Ad astra per alam

Ad astra per alam

 

neem me mee, o zwarte hippogrief
breng me naar je hemels nest
schaak me naar je licht gewest
‘waar dan ook maar niet hier’

nimmermeer het onbeweeglijk zwart
van het blok dat ons zo straf omklemt
vanaf de doodsklok mikten we met smart
op wolken voortvluchtig, onbestemd

leen mij je vleugel, vogellief
één maar – hoeven hoef ik niet
voer me naar het sterverschiet
daar wacht mijn stil verblijf

het onmetelijke stierf in onze duist’re blik
doof zelfs voor de roep van leeuwerik
werd een eens zo stralend immermeer
tot het doffe dwingend nimmermeer

en, zwarte hippogrief, vereer
de aarde met je gevonden licht
ze lacht je toe, zie, ze zwicht
ten afscheid immermeer

 

 

 

 

 

uit: Edgar Allen Poe en anderen, The Raven, Louter duisternis, Darkness there and nothing more, Stichting Spleen Amsterdam 2019

ill. Odilon Redon, Zwarte Pegasus

met dank aan Charles Baudelaire, Efraïm Mikhaël, Henry de Régnier & Odilon Redon. & aan Maaike Molhuysen

Categorieën
beeld erger tekst

De geplande werkzaamheden gaan niet door

De geplande werkzaamheden gaan niet door

Maar inmiddels poedert zich de Dame
en bewierookt zich met Gods odeur.
Gerard den Brabander, Parijsche Sonnetten, 1947

 

Je nam me bij de arm – naar achter in
de tuin, waar tussen bladeren en struiken
de restanten lagen van het leeggeschopte nest.

Het was intiem – of was het dat? – hoe kon ik
weten dat wat je daarmee wilde tonen
de waarheid was, cocon van het verraad?

Geen bach, geen brood, geen rede
die een antwoord vormt – tegen
blind verraad is geen mens bestand.

De koekoek is in het land.

 

*

 

Gij hebt nooit echt in iets geloofd
bij u is liefde louter strategie
daaraan ontbreekt de lust & elegie
ge hebt nooit ergens in geloofd

Uw roeping? een straffe kille dirigent
een stoephoer die pijlsnel nâ de duivel rent
gij hebt nooit echt in iets geloofd
bij u is liefde niet dan strategie

 

*

 

De slang aan hare fabelborst
waarnaar de domme kleuter dorst
de achterbakse vrouwpiraat
zijn plek opeist met leuterpraat

Zoals zij in de leugen trapt
die zelf zo blij vertelde
als was ’t voor de min & grap
– had verder niets te melden

Dat je stikt in je verraad
wegzinkt in rotting & verderf
om wat je hebt geflikt vergaat
Schenster, wijk. Vloek god & sterf

 

 

 

 

Categorieën
erger tekst

De parabel van de grote man

Al ben ik zo zwart als roet / ik meen het toch goed.” (folklore)

Een hele grote neger, zijn lengte bedroeg twee meter vijftig, kwam een winkel binnen. Hij vergat te bukken en stootte zijn hoofd in de deuropening.
De deuropening liep niet onaanzienlijke beschadigingen op en de grutter die de winkel met hart en ziel uitbaatte voelde dat hij een oplossing moest verzinnen voor het hele grote neger probleem.
“Verboden voor hele grote negers” stond er een week later op een bordje boven de deuropening.

De broer van de winkelier was ook reusachtig groot.
Hij mocht uiteraard de winkel betreden, maar moest andere klanten die het bordje was opgevallen herhaaldelijk opmerkzaam maken op zijn blanke huid, om hen in te laten zien dat het bordje niet op hem van toepassing was.
Dit was een tijdrovende bezigheid die de broer van de winkelier afhield van zijn eigenlijke werkzaamheden (hij stapelde kratten en hield de bovenste schappen bij).
De winkelier werd moe van de misverstanden, en zinde naar een oplossing.
Hij veranderde, na overleg met een bevoegd geestelijke, het bordje in het volgende: “Verboden voor negers”.

En de zomer ging en de herfst kwam.

Op een dag kwam een kleine neger, met een vriendelijk gezicht, de winkel in. Iemand wees de kleine neger op het bord. Deze knikte bedaard. Maar er had zich een mensenmenigte om hem heen verzameld.
“Kun je niet lezen?” riepen de mensen en ze wierpen rottend fruit.
De kleine neger keek naar de grond en verdween uit de winkel. De grutter schudde zijn hoofd en zette een kruisje in zijn kasboek.

En de herfst ging en de winter kwam.

De kleine en de grote neger kwamen elkaar tegen, en besloten een eigen winkel te openen. Omdat ze zich gekwetst voelden door het voorval in de herfst, gingen de meeste negers liever naar deze winkel, ook al was het aanbod er beperkt. De deuropening van de winkel was drie meter hoog, zodat deze ruimte bood voor groei en nog grotere negers. Dat bleek een succes. Er hoefden geen bordjes te worden geplaatst.
Desalniettemin meden blanken de winkel, alsof er duistere praktijken plaatsvonden. Sommige spraken er zelfs schande van.
“Zo’n grote deur, sprak men, dat is toch niet normaal? Daar woont de duivel acher!” zei de broer van de winkelier, die zich schuldig voelde omdat hij alle problemen had veroorzaakt.
Toen kwam er een dikke blanke man de winkel van de negers binnen. Hij was te breed voor de deuropening, die door zijn binnenkomst aanzienlijke schade opliep. De negers wilden een bordje plaatsen met de tekst “verboden voor dikke blanke mannen”. Er kwamen nauwelijks blanke mannen in de winkel, maar het ging om het principe. En omdat ze niet minder principieel wilden zijn dan de blanke winkelier, spijkerden ze uiteindelijk een bordje met de tekst “verboden voor blanken” naast de deuropening.

En de winter ging en de lente kwam.

De kleine neger en de dochter van de blanke winkelier werden verliefd op elkaar. Hun relatie trotseerde alle smeekbedes en dreigementen, en er vond een huwelijk plaats. Ze openden een winkel met een vier meter brede en vier meter hoge deur, waar met gemak een olifant door naar binnen kon. De mensen vonden dat zo’n cliché dat ze zich ervoor gingen schamen. Er was niemand die de nieuwe winkel met de olifantendeur betrad. Economisch gezien liep de winkel dan ook uit op een fiasco.

De andere winkeliers hielden dit natuurlijk nauwlettend in de gaten, want ze waren bang op soortgelijke wijze ten onder te gaan. Een voor een verkleinden ze hun deuren. Eerst ging dat met kleine stukjes van een paar centimer, maar al gauw onstond er een wedloop en waren de winkeliers ijverig bezig, hun deuren zo klein mogelijk te maken. Hun klandizie had geen andere keuze dan zich steeds verder te bukken. Deze gewoonte begon zich met het verstrijken van de jaren en de generaties in hun lichamen vast te zetten. Dit is de echte reden waarom bijna iedereen, ongeacht ras, geslacht of seksuele oriëntatie, in het dorp tegenwoordig een bochel heeft. En dat heeft met de seizoenen niks te maken.

Categorieën
erger

Schemerleven

Schemerleven

In mijn bestaan legt
het licht het af tegen de
gematigde grijsheid
van de schemering.

Op de tast
en de tenen
sluip ik door het leven,
zachtjes als een zuchtje

zoek ik mijn weg op het
gehoor,de ogen knipperend
en tranend vanwege kleine
lichtstreepjes

die de gordijnen
en de zonnebril
niet konden
tegenhouden.

Ja,ik lijd onder mijn
lichtgevoeligheid
meer dan onder kille
op-en aanmerkingen

van mijn medemensen.
De klappen van de
samenleving
deren mij niet,

heb altijd een
zakdoek
in de buurt

voor tranen en bloeden.

Categorieën
beeld erger tekst

Zeef Mijn Ziel Niet !

Zeef Mijn Ziel Niet!

Er zit een code gekerfd in mijn
donkere ingewanden, die onder
zekere omstandigheden
mijn lippen doet pruilen,
mijn water breken.

Een kracht, alleen met
fluwelen handschoenen en zijden
blinddoek te benaderen,

kabels strak, touwtjes vieren,bloedgolven
in de binnenlanden!
Loszwierend sterrenstof en ander puin,
behorend tot de kringloop van mijn
verdronken leven.

Ach, zo glinsterend te zijn, een lichtroze
windhoos!

Laat mij maar wegwaaien, doorkrampen,
uitspoelen, ik
ben niet te redden, wat had je dan
gedacht?
Mijn smorende geest laat zich niet
de hand aan zichzelf, noch
geprakt door een theezeefje!

Zij is wat zij wezen moet,
puur en ongezoet,
een enkeltje
naar haar eindpunt.

Categorieën
audio

The Politics Of Suffering

Categorieën
beeld erger

Dark Entities #4

Categorieën
beeld erger

Dark Entities #3

Categorieën
beeld erger

Dark Entities #2

Categorieën
beeld erger

Dark Entities #1

Categorieën
beeld erger tekst

Diarree en angsten

Stel de temperatuurfilter in zoals jij dat wilt!

Je eigen dromen zijn het mooist

the voice is over in hard roze

er is toch geen beter gevoel dan dat?

 

techreuzen worden van drie kanten bedreigd

digitale drones klinken en proosten

in willekeurige bistro’s

 

wat dacht je van een warme zonbestemming

waar het van de winter min. 20 graden is?

Categorieën
erger tekst

huistaal

zwaarbeladen pereboom vol gele metaforen, vol ooft
dat zwavelt en gist en geurt in het ochtendgloren
vaarten vol onverlaten raar in de bol geschoten,
paradijsvogelachtige, in zachte draaiingen verwachtige,
dienster van het neerslachtige, geurend-machtige
droomgrage vooruitsnellende dadengrage zuidenstroom
morgendivan vol frambozenhuidig fruitige vruchtverschuifsels
doorluchtig wuivende traagschreidende
autoriteit van tortelduiven op het plein
speel-mee met de eerste klanken carpe diem:
naijverige vroegte bij de karpervijver, schemer
verterende gemoedelijk
naast de eeuwigheid gezeten.
Meeuwengekrijs op honderd meter
tegen de platgehouden horizon
dauwlandschap parelend als een hemel vol vissenogen
hel zich uistrekkend onder wereldbogen
in het licht der onbedrogene gelijk
ijsschotsen drijvend naar de nieuwe wereld
de nieuwe dag in matgouden dageraden aangedragen
door vensters verbreid
tijdscherpe wekkervreugde, heugdelijke opsta-stemmigheid,
eerste zonlicht, liefdesvirtuose
la vie en rose
jij zachte kleinseptimeklank
prachtig-ranke lijstermime
maxime van meerkleurigheid
danken wil ik als eendengeklater, jij grote ogenschijn
in opengeslagen wijdte, reikhalzende honingraten
wang aan wang langs de gaande stroom
gelaten dromend in het koren staand
fluweeldoorvlochten wandtapijt, bekleeddwaardig geelgespikkeld
bravoureuze grimgram, beetgepakte stoere mannendroom,
mozaïek van spiegelstenen vol matoranje traankristal
zelden nagemaakte tsarenfladderaar van ingelegde
bladgoudkrullerijen en onverhulde boezemrijen
voorzichtig rijmende allesprobeerseres
drijfzand trotserende vrijgeleide
van nachtelijke rijkgekleurde wijkendheid
zinnelijk bezonnen leidraad van overdadige openhartige
tomeloos zarte gegenwart-verwachtige –
speel! met onze magere melkige betekenissen
verdwarrel over alpenvelden de bloesems
voel je een rond rotsblok verdwaald in de tijd
tussen water dat circuleert tussen
blaasbalgen die groeien tussen het wier
of in wilgen flapsig-wakker meisjeslachen
sproetenwangetjes half onzeker beschreven
springveer van opgewektheid abacus met rode kralen
kolkende regenzeeën laaiend zingend in eindeloos
liefgekozen verhalen,
roodbloeiende middelgebergte-bloesem
langs het pad dat zich naar boven kronkelt
jij nooit vergeten lelietje-der-dalen
steeds ontluikend, als de lentenatuur
als een wonder, spring op en maak ons deelgenoten
stuif ons aan de grenzen van wat zegbaar is
stuif ons aan de poorten
aan de poorten waar we met een knipoog
aan het moeilijkste manen:
de cirkel van vooruitgang in onze eigen borst te sluiten
dadelhuid, gerimpeld in de droogte van de zon
vochtverloren alabaster, mooie overrompeling
jij authentieke, laatverstane krans
kromdraaiige beeldenbestormster wormstekig
schuins beziene overall reformers
vormvolle avondjapon-blossoming ja-flierige
buitenfluiters, gaandewegs beeldgietende vrijbuiters uit
overtuiging, grandioze show vol hokuspokus echoloot-locus
van lieverlee verzakt met de zeebodem waar
triljoenen biddenden, voor hun liefde gewillig
willenden, wolpootjes samengebonden blondage
de heremitage met guitig opgestoken beeldschoon haar
lariefarie flikkend flakkende
snikkend snakkende hakkelaar
veel blijgebleven blaggeraars
de duur voorbij in een
vallée sans règles
waar brokaten sneeuwkristallen
in ijsgrotten blazen
uit de kars van vandaag draalt morgen
weer een dag, hemelser, flikflooiender
met de wijkende tijd tot de dood
een dag geurend naar kamperfoelie
en zachte lavendelbloesems, en we gaan
gezichten herkennen in witte stoom
we heffen een loflied aan op de bomen
naast de oudste olijfboom, en we vangen
de zon in sluiers op op ronde bruiloften
in luisterrijke dalen, doorstraald door
saudade’s kleindochter, haar vele gezichten
wemelend als rijp dicht aan de grond
dicht op onze zware tongen, en zo gaan we

min of meer uit: TongRiem.

Categorieën
tekst

Een Volgemaakt Iets

 

Raakt het (iets)
niet aan met,met,met,
de onbetrouwbare tengeltentakels
van,van,van…
het (Iets!)

Streel,aai,krabbel het (Iets0
Niet
met die Ernstige ogen
van het Niets (of Iets)
op steeltjes tussen je wilde haar.

Voel het (Iets)
maar niet(s),want
het (iets) is
niet jouw tastende vingers,
hoor toch en

schilder mij geen beeld!

Pluk mij geen bloemen
uit het (Iets0 gazon,maar

verwaarloos het maar
tot Iets en niets en het Alzijnde en

wees als het water
in mijn volgroeide vijvertje,

Schoon en troebel tegelijk.

Te lezen naar believen en/of beste weten.

Categorieën
audio

Bond Of Fire

the ring of the bond
the bond of fire
the bond of the sky
the bond
the bond of fire

bond

crawl through the ring of the bond
put your finger in the bond

crawl to the sky
crawl in the sky with the ring of fire
crawl to the ring
crawl through the ring of fire

test the fire with your fingers
test the fire with your hands
test the fire with your eyes

and crawl through the ring
in desire

the bond of fire
the bond of fire

the darkness in the sky is your fire

Categorieën
erger tekst

Tegen de verveling

verveling verveling vervelling verveling werveling verveling verveling verveling verwelking verveling verveling vervelling verveling verveling verveling verveling verwelling werveling verveling verveling verveling verveling verveling erfdeling verveling vervelling werveling verveling verveling vervelling verveling vervelling ververling verversing verveling verveling verveling werveling verveling verveling vervelling werveling verveling vervelling vervelling verveling werveling verveling verveling verveling verwelking verveling verveling vervelling verveling verveling verveling vervelling verwelling werveling verveling verwensing verveling verveling verveling versterving verveling vervelling werveling verveling verveling vervelling verveling vervelling ververling verversing verveling verveling vervelking werveling verveling verveling vervelling werveling verveling verveling vervelling verveling werveling verveling herverdeling verveling verwelking verveling verveling vervelling verversing verveling verveling verveling verwelling werveling verveling vervelling verveling verveling verveling erfdeling verveling vervelling werveling verveling verveling vervelling verveling vervelling verlenging verversing verveling verveling verveling werveling verveling verering verveling werveling verveling verveling vervelling werveling verveling verheffing verveling verveling verwelking verveling verveling vervelling verveling verveling verveling verveling verwelling werveling terechtstelling verveling verveling verveling verveling verwerving verveling vervelling werveling verveling verveling vervelling verveling vervelling verwensing verversing verveling verveling verveling werveling vervelling verveling vervelling werveling verveling verveling veredeling verveling werveling verveling verveling verveling verwelking verveling verveling vervelling vervelling verveling verveling vervelling verwelling werveling verveling kerfgeding verveling verveling verveling erfdeling verveling vervelling wervelking verveling verveling vervelling vervelling vervelling verlenging verversing verveling verveling verderving werveling verveling herverdeling vervelling werveling verveling verveling verveling vereffening werveling verveling verveling

Categorieën
erger

winterkost

Winterkost

Vanmorgen kocht ik voor de vogels een Aldi winterassortiment
Het had gesneeuwd vannacht, de stad was wit
Op mijn balkon reeg ik de vetbollen aan een koord 
Binnen op een stoel wachtte ik op vogels

Eerst was er het roodborstje, daarna kwamen de mezen
Ook mijn merel smikkelde van de lekkernij
Maar twee houtduiven stuurden hen weg en vraten alles op

Vanavond eet ik houtduif met gesmoorde suikerbiet
Ik heb haar gestript en haar borstjes gebraden
Gevuld met paddenstoelen, broodkruim en sjalot
Van het karkas trekt zacht de soep voor morgen

Categorieën
erger

De ezel krijgt uitleg over het verschil tussen etiquette en etiketten

De ezel krijgt uitleg over het verschil tussen etiquette en etiketten

Soms wordt de ezel voor dom of zeur uitgemaakt,
omdat hij het verschil niet ziet tussen etiquette en etiketten.
Dan geldt de ezel slechts één regel: twijfel nooit aan eigen gelijk!
Voor de Mensheid geldt immers ook slecht één regel: gij zult niet zeuren!

De Mensheid vroeg de ezel laatst:
intelligente mensen op Facebook,
wat doen ze daar eigenlijk nog?
De ezel antwoordde: Mensheid, zij weten het niet meer,.
alleen voor mijzelf kan ik spreken in deze ezeltaal:

Het denken volledig vervuilen, om pure schoonheid
te filteren e
n te pureren tot een fabuleus dichterlijk denksel.
Dat konden wij ezels als de beste, dat deden we gracieus,
breinbrekend,
zuiver ondenken, dat beviel ons wel.

Maar je hebt gelijk, Mensheid, het kunstje is gedaan.
Nu jij zo ziek bent met een lamme poot en zo,
een algehele Depressie wereldwijd daar nog eens bovenop,
is er al met al geen kloot meer aan.

Plebs praat prietpraat tot Sint-Juttemis.
De duffe Domheid regeert alom.
Zalig zij de Domheid! Zalig zij de Domheid!

Geen ezel die er meer iets van zeggen zal.

Hoor de prietpraat, hoe kil en kul, zij zingen uit volle borst ‘in de Gloria’
Plebs droomt van Trump Towers, zijn almacht bovenal!
Hij viert het bitterste zoet, leeft het zoutste zuur!
Hoera Hoera! Gotham City gaat global for all!

Categorieën
erger

contactmetamorfose

contactmetamorfose 

Beginnen de Chinezen bij triptieken werkelijk met hun stokken te zwaaien?
Zwaaien ze vervaarlijk met hun stijve stokken de mensen voor het hoofd?
Doen ze dat? Bedreigen ze omstanders, de status quo?

Met blote buiken wiebelen de zwaardvechters organisch en
vederzacht in vertraagd licht. Bijna bio-dynamisch-organisch 
slaan de Chinezen volgens de wetten van de maan
met zwaarden van lapis Lazuli bionisch hun trom.
KLIK KLIK KLAK KLAK alles moet KLIKKLAK KLIKKLAK

Er is nu sprake van contactmetamorfose

Want hoewel Lapis Lazuli voor komt in China en Chili
ligt Lazalum NIET in China of Chili maar in Afghanistan.
In Lapis lazuli KAN Augiet, Diopsiet, Enstatiet, Mica, Hauyniet, Hornblende, Geyeriet (een zwavelrijke variëteit van lollingiet)
en Noseaan zitten.

Noseaan en Lollingiet!

NOSEAAN EN LOLLINGIET

HORNBLENDE

NA LI

SYNERGIE

CONTACTMETAMORFOSE SLAAT VEDERZACHT DE TROM

Categorieën
erger tekst

uit ‘ het dagboek van Anke Veld’

28/01/2019

vast in taal. ik praat, ik schrijf, jij hoort jezelf, je eigen falen, wat ik ook zeg. ik denk aan die toren toen, van Babel, de spraakverwarring. ik zie die hele volkeren splijten.
het zit m in de woorden, dat denk ik dan, het misverstand. en ja begrip is vrede, onbegrip een oorlog, met vijanden en al.

voor begrip is luisteren nodig, en lezen. de woorden zoals ze er staan, zoals ze klinken. ja onder lagen stem, stem die veel verduistert, het stralen ook, van ogen, gezicht, mimiek.
hopen emo, stiekem opgeslagen in rimpeltjes en tikjes allerlei. in vlekken, littekens, een stuk minder of andere huid. dingen die ontbreken ook, niet rustig zijn.

ja taal is hopelijk het communiceren met woorden, elkaar helpen en onszelf, met dingen die ons gelukkig maken.
zoals sommige woorden, zoals met liefde, begrip.

luisteren is woorden aaien, ernaar kijken, alsof je die wil kennen, zoals ik dacht dat ook liefde was.


omzeg ik een zin, de woorden blijven bij de woorden medelijdend staan.

roer: ik tast mijn roeren aan en ik bekijk de spatel die ik heen en weer en heen vergeefs beweeg. waar ben ik?
licht: ik strijk het licht in kleuren uit, gestolde plaatjes van het duren van de weigering. zij houdt van Hem, Hij wijst haar af, ik hou van Haar, zij walgt van mij.
doof: ik uit de woorden die als motten in mijn keelgat slaan. ik walg, ik stik, ik slik. houdt Hij van Haar?
blind: ik zie een lijf dat leeg zijn liefde biedt aan mij. wie zijn wij, en waar?
daar: een voorwerp van verlangen gooit mij van hoog de gebaren van het falen in de open hand. ik vang een slipje met haar geuren.
er: mijn mauve stilte donkert er tot blauwig grijs. zij neemt mij in de mond.
ach: hij zoekt het spreekgestoelte. ik grijp zijn benen bij de haren vast.
ja: ik kom in haar, zij jankt, ik duw haar van mij af

ik spartel op de vloer.

de gebeden bleven steken in een lus van onbegrip.
mijn lichaam drukt zich nu volledig uit en af in de muffe kamerlucht. de walm is onuitstaanbaar: verschaalde lust en weemoed, zweet en drek en dan de onvermijdelijke maalstroom van verdriet, de alsem van de pijn, de lijkgeur van de nietigheid.

o nacht: ik voel de Zon al razen, ruik het solfer van Zijn dageraad.

27/01/2019 – dagboek data

 

Categorieën
beeld erger

de kassamedewerker II

Categorieën
tekst

begripsdagboek (fragment)

Ik kan nergens heen vluchten. Ieder woord is een lichtstraal gericht op een kern die niet meer is dan een geloof. Begrip is secundair. Zo’n diepe ontevredenheid met de taal kan alleen een chemische oorsprong hebben. Een samenzwering van hormonen, van moleculen, saboteert deze woordenstroom. Ik doorloop alle mogelijke narratieven maar er is er geen een die ik de moeite waard vind. De reden, dat ik dit malgré tout moet schrijven, is het zwak schijnende geloof, ergens in mijn onderbewustzijn, dat ieder woord een plek heeft en een exacte reden, ongeacht het onwaarschijnlijk slechte gezelschap waarin dat woord verkeert. Dit is het meest oorspronkelijke geloof, het geloof aan de taal zelf is fundamenteler dan het geloof aan een instantie, een god, die bepaalde woorden een goddelijke status geeft en zo religie mogelijk maakt: de idee dat het geloof zich hecht aan bepaalde inhouden en dat betekenis voortkomt uit het bevechten van tegenstrijdige inhouden. De macht van die monsters mag niet worden onderschat. Maar vanuit mijn perspectief, als iemand die zo lang alleen is opgesloten en zijn taal heeft voelen uitdoven, totdat zij zwakker was dan het flakkerend schijnsel op de koude granieten muren, zijn ze behept met een verkeerde, hysterische oppervlakkigheid.
Uit: Verweer (2019)

Categorieën
beeld erger tekst

#236

#236

 

Het ligt niet in de aard van mijn heilig
surrealistisch huisdier om tevreden
voor zich uit te staren, van alle kanten
loert gevaar en de monstertjes zingen

een treurlied over vaders versleten
duivenhok waar kwetsbaar en verlaten
de oude vogels dansen als ratten in
de val nu de zomer voorbij is en

ik hier weg moet zit het gruis tot diep in
mijn haarwortels, nog groen valt de nacht die
ruikt naar vermoorde bomen, ademloos

wachten de ongeborenen en verdwijnen
te vondeling gelegde eendagsvliegen in
september uiteindelijk in de troost van pijn

Categorieën
erger tekst

rijs op! dit is je effekt! lezer!

het gehele voorwoord van rekonstruktie/konstruktie, geschreven door sadà. uitgegeven door uitgeverij crU.

Categorieën
erger tekst

1e afdeling riet; uit: zienerlied entartet

 

de gehele afdeling riet uit zienerlied-entartet opgenomen in de verzamelbundel rekonstruktie/konstruktie uitgegeven door uitgeverij crU.

deze verzamelbundel bevat tevens: ON- en de gele boeken/
zout

Categorieën
beeld erger tekst

6/01/2019

uit ‘het dagboek van Anke Veld

“fuck the future: wat niet is, moet komen.”
Anke Veld 1/05/2021

 

ik lig in bed, ik waak, ik woel, ik vind geen aarding
in het draaien, keren dat ik doe.
er is een beeld van jou dat door mijn wezen jaagt, 
het laat niet af, het houdt niet op.

jij ligt in bed, ik duw en streef en sterf in jou.
jij kreunt omdat je niet meer kan,
je stamelt ‘nee’ en ‘nee dit kan niet nee’,
dus ik ga nog meer in jou tekeer.

en dan

de nekslag achteruit,
je drukt je achterhoofd de kussens in,
dat zachte wil niet kennen deze kracht van jouw ontluistering.
de aarde wijkt, de zeeën splijten,
monsterbaarlijk is geheel jouw lichaam
dan gebeurtenis, ontwaken:

je slikt en

in het bulderende suizen van het stille punt
omvormt zich tot kolos, kadaver en geraamte van de tijd
het woeste beest dat in je hals als honger leefde, de mastodont
die slokt, en slokt in de verpletterende zwaarte van zijn reine git
en die mijn snokken vreet, mijn spasmen, en die de kamer eet, en die heelal en jou verpulvert en vergeet.

uit jouw lichaam dan stijgt langzaam op
versplinterd licht
het zilveren zingen van gods glinstering.

 

Categorieën
erger

Wat een meubilair

Voor Harmen Verbruggen 

 

Het smoelenboek lees je niet op een stoel,

ook niet bij de massage. Noch onder de massage.

Ik heb het toch eens geprobeerd,

zo onder de massage.

Ik kon geen woord uitbrengen.

 

Het smoelenboek lees je niet op de plee.

Was het maar een boek.

 

Categorieën
erger

Facebook is a tool not a massage

Facebook is a tool not a massage

Vanmorgen vroeg ging mijn vrouw
naar het RIJKS MUSEUM.
Toen zij vertrok wist ik wat me te doen stond:
ik schilder ’s morgens het trapgat
en doe ’s middags de badkamer.

12 Uur was ik met het trapgat klaar en dacht
na twee boterhammen met Langres stinkkaas:
wat leer je nu van lakken, Harmen?
( Jeuh!)
Je zet altijd alles in hoogglans: JA
Lak is een uitroepteken in verf: JA
Zet dat dan minstens in perspectief voor de mensen: JA
Alles voor de mensen: JA

Een beetje hier, een beetje daar,
dat is allemaal heel abstract voor 
ieder die het Trapgat niet snapt.

Na 4 uur lakken was het 5 uur
en moest ik de keuken in omdat

er ook gegeten moet worden
wanneer de vrouw thuiskomt
uit het RIJKS MUSEUM.

Ik was daar één keer.
In het Rijksmuseum.

Toen ik zeven was.
Heb toen alles gezien.

Vanmorgen vroeg ik mijn vrouw
wat foto’s te schieten.
Van Bathseba zeker vroeg ze, 
JA, van die graag zei ik.

Een hele rode kool is een pan vol
moet u weten, maar invriezen
lukt niet met een halve RODE KOOL

NB: wanneer u uw gehaktballen draait,
leg ze dan nog even in de ijskast,
dan bakken ze daarna mooi rond.

Categorieën
erger

aan het einde van het jaar

Aan het einde van dit jaar
we leven 29 december 2015
in de tijd na de rechtszaken
zal ik geen gedichten meer schrijven
over verongelijkte agressie van hoentjes
of zwanen die in lauwwarm water onversaagd
heen en weer dweilen als uilenballen.

Niet over het gebrek aan humor van de reiger
die traag opvloog toen ik hem 2 jaar geleden
een sneeuwbal voor z’n arrogante kop gooide.

Of over luizenratten die immer aan je poten vreten
gelijk hardnekkig haatdragende collega’s
die aan het eind van ieder jaar
-kil en kul is hun advies en devies –
met hardliners als interpunctie
je de hemel in prijzen al dan niet dood.

Dat hen dat niet goed af gaat doet deugd.
Hoe dan ook, de master himself,
Herman Langgraf zei over dit alles
al in 2014 28 december om 11 uur ’s ochtends:
‘Onzin is onzin naar mijn mening, BV’

Categorieën
erger

AVONTUUR IN DE NEDERLANDSE CULTUUR

kwastafveegconjunctuur, piemelcultuur, avontuur
kwastafveegconjectuur, piemelcultuur
piemelcultuur, avontuur

AVONTUUR!

Gaan jullie mee?

Het jaar 2017 kunnen we wel afsluiten nu.
Het was een goed jaar en een slecht jaar.
Er gingen veel mensen dood by the way.
Who cares…

DAAR GAAN WE

O betweteren, O bedwateren
Where is all the fun?
Je betwattert er haast van in je adellijke kak!
Betwitter jezelf maar raak hoor kakmajoor!

Verkies het trollen over duistere hazenpaden gedrenkt in ether,
op de Iremdepirem kanelikanoli knollenmanier,
die Deutsche Wasserbummen komen heus ooit weer neer!

Doe dan die Iremdepirem kanelikanoli maar:
Ova Zephyria, wo bist du? Sind sie schon tot?

Und mijn Herre Trump-Pie,
Wie heeft de ‘US’ zo bruin gebakken?

Het is de wind in het internet m’n kind.
Het giert en klikklakt: ‘US’ – ‘US’!
Gaat die lekker daar met YOURSELF?

ES IST genau SLUSS MIT dem ‘US’!
Jaloerse Zephyrus laat een vies windje m’n kindje.
De beerputten staan wijd open, my Dear.

Terwijl wij onze Z-gedichten zoeken
Luisteren we naar Juggernaut.
Nu willen we zZz horen ook:
Irem de pirem met haar wasserbummen!

Want vroeger toen we nog punk waren,
aten we kaasfondue op het dak
en draaiden Satie achterstevoren om te horen
of nihilisme een voor- of achterkant had.

Vandaag kunnen we best een taart bakken.
Want woorden die galmen of walmen is niet zo mijn ding.
Woorden zijn als blinkende messen, nobel als tafelzilver.

Dit jaar zal ik geen gedicht meer schrijven
over de verongelijkte agressie van hoentjes,
of zwanen die in het koude water
onversaagd langsdweilen als uilenballen,
het gebrek aan humor van de reiger die traag opvloog
toen ik hem een sneeuwbal voor z’n arrogante kop gooide.

Over luizenratten die aan je poten vreten,
hardnekkig als haatdragende collega’s
die aan het einde van het jaar
– kil en kul –
met hardliners als interpunctie
je al dan niet dood de hemel in prijzen.

Categorieën
beeld erger tekst

Ach senliches leiden

O verstikkend lijden
mijden strijden scheiden wekt mijn wee
beter nog verzonk ik in de zee
fijn aanminnig wijf
uw lijf beklijft verdrijft naar josafat
hart moed zin & rede even mat

ons scheidt de dood
nu uw gena niet baten wil
de nood is groot
mijn zuchten berg ik stil
uw mond zo rood
vergroot mijn lust & zwijgt & blijft zo kil
einde peinst & grijnst ik gruw & ril

~

Mijn hart schreit schril & klein
verdrijft verkwijnt verdwijnt tot mijn verdriet
uw min biedt niet dan pijn in mijn verschiet
gelijk te zijn aan de dolfijn
diens lust voert naar de diepste oceaan
ontvlucht de storm & zie hem vliedend gaan

van zonneglans
die hem verkwikt zijn geil gemoed
omklem die trans
met al uw vrouwlijk liefste goed
geef hem een kans
niet kerven sterven derven hertengloed
zo ver van u verga ik nu & bries & woed

~

Mijn hoofd is dwaas omkranst
met klagen vragen dragen uur na uur
duizend jaren brandt mijn liefdesvuur
mijn jammer een sintvitusdans
’s nachts smacht veracht mijn eigen kracht
verstrikt mijn hoop gans kansloos in haar macht

geen die mij troost
al is mijn lijden twijfloos groot
mijn hart verbloost
van zelfbeklag kleinzielig & ontbloot
och word ik ooit verlost
het treuren beuren sleuren dat zo knaagt
gekte grijpt & knijpt blijft onversaagd

~

 

Oswald von Wolkenstein, Ach senliches leiden, 1432
tweede proeve van vertaling

https://www.youtube.com/watch?v=zVBUNLEOKkk

het lied klinkt vanaf 6:33

Categorieën
tekst

midwinternacht

op onbekende afstand ritselt een faun – wij mensen wachten
een enkeling ontdekt deze nacht sepia in zijn brein en verhangt zich

de hoorn schalt, de koffiemolen ratelt
de bosgod zwelgt in het zicht van de verderfelijken
verderf slaat de zwarte toetsen aan – wij wachten

wij mensen waken in de wetenschap van de eeuwige nacht
waken en liggen aan elkaars slapen, wij waken en slapen
wij mensen waken en slapen in de midwinter-
nacht

wacht! gij die de nacht heeft gezwart gij
zult tussen ons slapen, en tussen ons en tussen ons gij
zult tussen ons slapen.

Categorieën
erger

Spasiba

Spasiba
 
Soms heb ik blaren op mijn ziel.
Beter gezegd, blaren op mijn spleen.
Die loop je er dan af met een ochtendwandeling.
Dat voelt goed, dat prikt door!
 
Dan is het warm, intens warm, heet zogezegd.
Ik hoor de muziek van Berio, ‘Majakovski hangs in the clean air’
De brandweer passeert loeiend om verre bosbranden te blussen.
Ik heb al veel gedronken, mijn hart pompt hoorbaar in mijn hoofd.
De keel voelt nog niet, maar komt na de sigaar.
Links tot het oor, het linkeroor, de linker keel, strot-te-hoofd.
 
Een wals van Berio is een wals, is een wals, is een wals.
Alles eindigt, maar evengoed, ik ga tekenen tekenen.
Keep going, keep going… spasiba!