Zal ik een tuin bouwen in jouw vorm?Fuck Versailles, dit trekt gegarandeerd een veelvoud aan toeristentristesse. Wereldvermaard wordt vast de met taai onkruid omringde waterput waarin zinken de radeloze zuchten omtrent het verdwijnen van het fijne in je gelaat, het oprukken van de splijtende kopzorgen, de nijd die woekert als geel bloeiende braam rond je hoofd.
Ik modelleer de put van je hoofd uit het geheugen, ik zie hem nog zo voor me: dat gapende gat waarin de kat viel die je teder placht te strelen en die daar jankend verzoop toen je mij de ogen toewierp. Wee die dag, toen ik mij in het onvermijdelijke ontluiken van die klepperende diepten met hun ijswind naar nergens weerloos gespiegeld zag, mijn beeltenis herleid tot de frêle letter die ik altijd al in jouw boeken was.
Zie daar de tanige heesters van je stekelige armen, voel de doornen in de zwiepende rozenstruiken onder je oksels, waarin mijn laatste greintje trots in een kwinkelend kringetje opkrult en zich met een finaal opwippertje bij het herfstige bos van mijn falen schaart.
Rond het atrium waarin doorzichtige haagjes de eertijdse finesse van je legendarische schouderbladen oproepen, metsel ik een zestienzuilig peristilium, waarvan elke zuil een versteende metamorfose van mijn wezen gevangen houdt, een snapshot van de puist van mijn ego op de in het doolhof van de Onmin vertakkende lijdensweg die wij allen delen. Hoedt je immers, mijn liefste, voor de illusie enkel tuin te moeten zijn in dit verhaal.
Daar sta ik zestien maal, met een stuk glanzend zwart marmer dwars door de bleke onderbuik telkens, een verzakking uitgevoerd in vlekkerig albast waarlangs fijntjes de suggestie van een etterig bloedstraaltje loopt. Meesterlijk.
Op het dak wachten de gieren. Straks, als de bezoekuren afgelopen zijn en het geloop als dwaas en oppervlakkig uit de rijkdom der bewegingen in het geheel van het rotten verdwijnt, straks krijgen zij hun dagelijkse galgenmaal: het ik-vlees dat jouw vertuinde geest ophoest uit de diepte van de darmen. Het floept uit de put die je kop is.
Ongehoord, ongezien lig ik in het late zonlicht gillend te lillen wijl de eerste gier zijn bek zet in een uitstulping aan het vormeloze spuwsel.
Daar heb je de tweede al, de derde, …
Ze woonde aan de voet van de berg lachte haar scheve tanden bloot zonder enige gêne aller aller charmantste bergboerin dijen molensteen een kont om je hoofd voor om te draaien bijen zoemden genot, bevruchte weelde ik wankelde vermoeid haar richting uit het moet zo zijn knorde scharrelzwijn kukelde haantje de voorste ze stopte me in een verkwikkend bad haalde draken uit mijn haar streelde borsten, kneep meeëters ik wilde voor altijd blijven daar waar alle tijd uit teder bestond toch moest ik afscheid nemen ik sloeg haar op de pronte bilpartij zong ich liebe dich samen met bij en aanwezig vee toen ze tevreden slaapgeluidjes pruttelde haar scheefste tand zichtbaar ontspannen in onderlip zonk heb ik haar verlaten
modder waar gij rollen moet
terwijl de vloek uw vlokken overdoet
ontzag staat u in d’ ogen wit
dat gij nog in uw badje zit.
grommel niet geraamte in getelde taal
ik spoel u terug tot kind in het verhaal
berouw, vergeef uzelf nu aan uw ziel
en geef het woord dan aan uw vrouw.
Ethersnuiven gedurende het koopstromenonderzoek
Zit met meteoren voor het raam van het kraakcafé
Vijf Turken hebben voor zijn moeder gezongen
Ze claimt de melancholie
Ik ben bezig met dat bed en bel per telefoon
Lachen in de kringloop en wonen in andere steden
Via de vloerbedekking kom je er vanzelf
Morgen mag je met de luchtbuks op een leeg blikje schieten
Schrikken van een plastic fles en de nul van de kortingssticker
De lijm lost de rode inkt op zoals ervaringen
Negatieve energie is ook energie
Hoge vlammen vangen veel wind
De aanzuigende werking van Facebook
Koudgeperste hydrokorrels met granaatappelsap
Dokters zonder foto geven payrollers vaste contracten
Maar zij kunnen dat echt niet zegt de raadsvrouw
Javaanse schijf van vijf
Klein Zwetzerland , pennywafel wisecrack
De gevulde preoperatieve tijdstippen
Prik, prik, prik in spiegelbeeld
No weekend quiz
Oefeningen in afhankelijkheid
Onderweg zwaaiend naar onbekenden
Het trage vuur in testsituaties
Of de Ethereum, of Reddcoin of Faircoin of Watalniet want elke dag komt er wel weer een nieuwe cryptomunt op de markt. De toekomst blijft vooralsnog onbekend dus aan dat soort uitspraak heb je niet zoveel. Waar kunnen we wel wat aan hebben?
De Geldruimte
We leven in een Geldruimte, zoveel is zeker. Het heelal en alles wat wij kennen en wij erbij gehoorzamen aan de wetten van de Tijd en de Ruimte. En aan die van het Geld, want ook het Kapitaal is zo’n natuurwet. Alles is mogelijk maar slechts in die mate dat het betaalbaar is. Dat is onze maatstaf, van God Zelve gekregen, zo lijkt het wel.
Tijd is Geld, uiteindelijk want als je tijd te kort komt en je hebt nog Geld, dan koop je gewoon tijd.
Hetzelfde geldt voor Plaats: de afstand tussen Antwerpen en Amsterdam (167 km) druk je beter niet uit in km, want dat is een variabele. Nuttiger om weten is hoeveel het kost om van Antwerpen in Amsterdam te geraken. Want de afstand tussen Antwerpen en het plaatsje Acremont in Belgisch Luxemburg is net zo ver in kilometer, maar geraak daar maar ’s in minder dan drie uur! Je zal betalen! Antwerpen – Amsterdam is minimaal €36, Antwerpen-Acremont sowieso een veelvoud daarvan…
Antwerpen-Acremont : even ver als Antwerpen-Amsterdam maar voor alle practische doeleinden: onbetaalbaar ver…
Laten we wel wezen: als er iets moet gekwantificeerd worden, is onze richteenheid onze munt, hoe we ‘het’ kunnen betalen. De rest is bijzaak.
Dus ja, inderdaad: onze toekomst zal wel ergens iets met munten te maken hebben, dat is zeker! Maar wat?
Het Bitcoinprobleem
Nu, het probleem met al die nieuwsoortige cryptomunten is tweevoudig.
Ten eerste: de aanmaak van die munten vreet gewoon energie. U beseft het misschien niet, maar onlangs is nog eens berekend dat elke transactie in Bitcoin, dus elke ‘mijningsoperatie’ die benodigd is om met voldoende processorkracht de encryptie van de nieuwe schakel in de publieke blockchain aan te maken, zo 1 unieke ‘onvoorspelbare’ code in hash –een noncezoals men het noemt – aanmaken kost ongeveer een maandverbruik aan energie van een gemiddeld westers gezin!
In een woord: we minen ons de afgrond in. De Bitcoin mag het winnen en de globale munt worden, veel te betalen zal er niet meer over zijn…
Ten tweede: (dit heb ik van mijn euh, FB-vriend de financieel expert, filosoof en theoreticus Elie Ayache) het kan best zijn en het zal ook zo zijn dat uiteindelijk de beste munt wint, dat is logisch en het beantwoordt aan de Natuurwet van het Kapitalisme: de meest efficiënte en dus meest betaalbare optie zal het uiteindelijk halen, maar waar blijft dan het waarde-concept in de hele geldhandel? De Bitcoin (of een van de andere munten) is heer en meester in de wereld, maar wat is zijn waarde ten opzichte van wat?
Wat er nu gebeurt en meer en meer zal gebeuren, is dat iedereen zijn gewone ‘centen’ opgeeft t.v.v. een machinaal ‘gedolven’ munt. Maar dat is maar metaforische quatch van dezelfde orde als die van het ‘Bureaublad’ op een desktop computer die Windows draait: het heeft geen enkele grond, het is flauwe zever die mensen wat voorspiegelt zogezegd om het hun ‘makkelijk’ te maken. Elk waardebesef is immers uit de Bitcoin als valuta verdwenen. Oude munten hebben hun bindingen met het land en uiteindelijk het goud dat een land bezit, hoe ze hun munt kunnen ‘hard’ maken.
Het resultaat van probleem twee is dat het systeem wel perfect werkt en blijft werken, op voorwaarde dat je al die lastige mensen met hun irrationele waarde-hechtingen uit de rekensom haalt. Want daar komt het op neer: de Bitcoin is de ideale munt voor een wereld die ons mensen niet meer nodig heeft.
Ik wil hier niet de boeman spelen maar men vraagt zich vaak af ‘allemaal goed en wel, maar wat is nu het nut van die blockchain?’. Die vraag wordt dan wel ’s het probleem van de blockchain genoemd, maar voor de blockchain-toepassingen zelf is dat alles behalve een probleem.
Het antwoord op die vraag is even evident als dat ze ontstellend is: blockchain-toepassingen maken menselijk vertrouwen en meteen ook heel de mens in de transacties totaal overbodig. En zonder mensen is het goedkoper, dus…
De oplossing: de LYRIEK
Vandaar dat ik voorstel (het is maar een voorstel è) om de LYRIEK te steunen als nieuwe cryptomunt van de toekomst. De LYRIEK gebruikt mensen als methode om de encryptie te verzorgen. Elke LYRIEKdie op de markt wordt gebracht is zo in één keer (Derrida:à la même fois) geruggesteund door een harde materiële basis, namelijk een collage of ander kunstwerkje van een lid van Platformplee of soortgelijke platformen. Dat maakt van de LYRIEK gewoon de Uitvinding der Uitvindingen.
De totale energieconsumptie bij de productie van een collage is … een koekje? Natuurlijk komt er bij het inscannen en online zetten wel wat stroom aan te pas, maar niets in de grootte van wat eender welke andere cryptocoin kost aan energie…
De LYRIEK-Encryptie (LRE) is vanaf heden ook niet meer te kraken, want zo’n collage, zal je zeggen, dat kan je toch makkelijk namaken en wie gaat dan zeggen welke er echt is en welke niet? Wel vanaf heden 19-1-2018 om 14:14 is dat probleem van de baan. Op dat ogenblik sneed ik mij immers tijdens het afwassen aan een glas dat was stukgegaan en zo kwam ik op het lumineuze idee om de collages van de LYRIEK voortaan te ondertekenen met een druppel bloed.
Eerste collage van de zgn L-serie met een druppel authentiek dv-bloed er op
Mijn bloed bevat uiteraard ook mijn unieke DNA, probeer dat maar ’s na te maken zonder mijn haar te komen uittrekken. Het heeft bovendien geen zin om dat te proberen want a) waar gaat ge nog haar vinden op mijn geschoren hoofd en b) alle collages worden publiekelijk gelanceerd en een collage ’telt’ enkel als LYRIEK als ze te zien is op LYRIEK.blogspot.be. Als ge de ontwikkeling van de LYRIEK goed gevolgd hebt, weet ge ook dat het systeem expansief en wel tot het de gehele mensheid omvat. Ja ja, ge leest het goed : heel de mensheid, geen uitzonderingen*.
De LYRIEK : de cryptomunt voor en door MENSEN!
Close-up van het dv-bloed op de collage hierboven…
Voila la viola, mensheid gered en bovendien op termijn een gegarandeerd basisinkomen voor alle kunstenaars want alleen kunstenaars kunnen LYRIEKcollages maken natuurlijk. Ge moogt daarbij wel de eerste wet van Joseph Beuys niet vergeten: “Elke mens is kunstenaar”!
Ikzelf vraag in return voor deze uitvinding alleen maar dat ik hetzelfde basisinkomen mag ontvangen als iedereen en verder dat men mij begot met rust laat en verder laat werken, want het redden van de mensheid is maar een hobby è, ik heb ook nog serieuze dingen te doen…
dv@CKU, Drieslinter 19/01/2018 @ 15:32
* ’t Zal niet schoon zijn maar zelfs een Theo Francken of een Geert Wilders kan een collageke ineengeflanst krijgen…
zijn kijken schilt, hij boert.
hoe ook ik mijn knieën
schik, hoe ook ik mijn kleed
vertrek: zijn stompe brein
doorbreekt de korst. hij kookt
in eigen grijpersschijn.
vlaanderen de leeuw.
ik leer nu snel de plaats
te mijden waar boeken
staan uit die woestijn.
Een nonchalante pet zou je niet misstaan
of een hoed met sluier van wuivend riet waar
het licht zich door heen speelt
De helm die je draagt laat geen lucht door
grimas die je trekt voor even
Ik proef je leven
tast met iets wat op schroom lijkt je verlangen af
Weet dat ik je luister
overal waar we rivier worden
Dat ik, hoe pijnlijk ook, blijf geloven
hoe wreed, hoe zeer, hoe triest wij met zijn allen zijn
We nooit zullen begrijpen waarom
wetenschap een tijdelijk anker
geloof de nar die er zelf ook niets meer over wil horen
Wij Goden verzoeken en niet gehoord worden
onvolmaakt zijn zonder schroom
Omdat lieveling er geen hoop bestaat
geluk een monster waar niets te halen valt
gevoed door haat omdat onmacht zoveel erger voelt
Hier op dit stukje land
in ons huis, deze kamer,
op dit bed telt
De bekende wereld is een verlichte wereld en in een verlichte wereld is geen plaats voor duisternis. Vooruitgangsdrift drijft de verlichting voort terwijl het duister van de onbekende wereld terugdeinst voor het stralend licht. Teruggekropen in een donker hol maakt de duisternis zich klein en houdt zich stil. Hoe feller het licht hoe ondraaglijker het duister. Het samengeperste donker verdicht en wordt zwaar. Concentraties van duisternis worden peilloos diep en zwart. Er ontstaan zwaartepunten van opééngehoopte duisternis die niet meer luisteren naar de wetten van het licht en al het licht opzuigen en mee de diepte in sleuren.
Zo op het oog lijkt alles evenwel verlicht. Waar verschanst de duisternis zich dan? Waar anders dan in uzelf! Achter uw oog, dat alleen het verlichte ziet, heeft het dichte duister zich genesteld. Daar is het onzichtbaar buiten het bereik van uw blikveld. De duistenis waar het licht geen vat op heeft, ontsnapt aan het oog door zich erachter te verschuilen.
Het donker dat u zo zwaar belast, is bij u binnengedrongen toen u alles zonodig moest verlichten. Wanneer uw last u zwaar valt en u uzelf wilt verlichten, waar kunt u dan nog heen met al uw zwart dat het daglicht niet verdragen kan?
Uw duisternis is zwaar en afschuwelijk. Uw last is uw geheim en wanneer u de deksel wilt oplichten om donker uit te stralen zullen alle ogen u afschuwelijk vinden en wee uw gebeente mochten zij iets zien. Afstand nemen van duisternis bestaat niet waneer het donker niet bestaan mag. Iedere poging is dan ook een kwelling, een aanslag op uw geweten en een smet op uw schone schijn. Denk ook niet dat alsmaar meer licht deze duisternis kan verlichten, het zal haar slechts dieper maken en versterken tot uw hart ervan scheurt.
Verschrikkelijk is het een last te moeten torsen op een verlichte weg die u geen zicht geeft op uw duister. Op deze weg kunt u uwzelf slechts verblinden, u bent immers op weg naar het licht. Tenslotte valt er in al dat oogverblindend licht niets te onderscheiden. Dit intense licht werpt slechts zwarte sluiers over uw schaduwzijde en het donker zal alleen nog zwarter in u branden. Beter kunt u het verlichte pad verlaten, de ogen sluiten om ze te laten wennen aan het donker. Zo, nu kunt u uw duister waarnemen, de contouren worden langzaam duidelijk. Aan uw schaduwzijde is het koel en kalm, in dit donker kan het onbekende lichter ademen.
Zij kondigen zich aan als eerstgedienden
‘Heibel en trammelant: voor ieder nieuw begin’
Een angstknauw laat hen oudvertrouwd binnen
Wulps heupwiegend volgt Vernieuwzucht in hun spoor
Daar gaan we weer denk ik, en ja hoor!
Zij voeren hoog in hun vaandel:
De toekomst!
Heibel ziet grote veranderingen en
Trammelant zegt dat daar haast bij is
Zij laten met trompetgeschal Vernieuwzucht
Van zijn beste kant klinken klanken zo weemakend die ik hoor
Ik sputter wat over nu geen ommezwaai meer aan mijn hoofd
Maak weloverwogen zwierende armbewegingen alsof ik dans
Trap onverwacht Heibel en Trammelant recht in het kruis
Mompel binnensmonds ‘hier een koekje van eigen deeg, my dear’
Hoor hoge piepstemmetjes kermen in koor
Harmen doet aan vernielzucht, hoor!
Voor Vernieuwzucht heb ik wat beters in petto
Ik ga naar de kelder en haal Traditie tevoorschijn
Leg hem alles kort uit; hij knikt gretig vol begrip
Traditie weet dat dit zijn moment is:
Is er helemaal klaar voor en top fit!
Ik zal jullie vertellen hoe het afliep, Lieverds.
Wees bij de les:
Witheet en niet te houden
Vliegt Traditie Vernieuwzucht naar de strot
Vernieuwzucht schrikt zich helemaal het apeloetje
Met spastische kattensprongen stiefelt ie er vandoor!
Op oudkrakende botten maar nog jong van geest
Dendert Traditie er achteraan en
Werpt zich met een snoekduik op Vernieuwzucht
Traditie is zijn ultieme gruwel!
Vernieuwzucht spartelt tevergeefs
Knijpt zijn billen saam, krijgt acuut kippenvel
Koud zweet gutst tussen zijn schouderbladen en hij weet
Traditie is groter, de Dwarsligger is groter!
De grote Dwarsligger is groter, Traditie is groter!
Met twee handen links en rechts gelijk beukt Traditie
Vernieuwzucht ongenadig lelijk op de kaken
Traditie doet een pas naar achter, wel zo gepast
Ziet gelukzalig wat hij aangericht heeft:
Een dun rillend stroompje bloed
verlaat de neus Van Vernieuwzucht
Ook veel tranend snot nu
Nu moet je boos worden, echt
Nu moeten jullie echt heel boos worden
Nu moet je echt heel boos worden
Echt, jullie zijn immers onze gruwel!
Je lacht lachend een schaterlach!
Ja lach maar, lach maar hard een schaterlach!
Maar onthoudt hun namen: Heibel en Trammelant
Voor ieder nieuw begin.