Sta stil bij de rivier of alles wordt een pot nat
Ieder kunstwerk is een nieuw tijdsgewricht, een scharnierpunt in de tijd, dat het voorgaande en het komende van elkaar scheidt en weer verbindt. Serieuze kunst doorbreekt de stomme, onbeduidende rechtlijnigheid van de alsmaar voortschrijdende tijd, geeft haar souplesse en buigzaamheid, soms met een lichte knik dan weer met een forse knak. Serieuze kunst gebiedt de tijd stil te staan en biedt de mogelijkheid tot contemplatie, de gedachtestroom moet onderbroken worden met ijkpunten waarmee men zich kan verhouden.
De tijd is een rivier die voorbijglijdt. De rivier stroomt altijd naar het niemandsland, kalm en gestaag of, versnellend wild en bruusk met gevaarlijke draaikolken en onderstromen. Zij is ten alle tijden indrukwekkend. Soms doet zij ons dobberend mijmeren, dan weer weet zij ons hevig te beroeren. De rivier is een gedachtestroom: sta stil bij deze rivier of alles wordt één pot nat.
Bezie haar van de kant; zie de rivier en zie hen die zich laten meesleuren in haar maalstroom, want de meeste van ons wensen slechts onderdeel te zijn van de rivier. Zij gaan plompverloren te water, denken zich te kunnen laven of zich aan haar over te geven, denken dat meegaan met de stroom verlichting brengt en verfrist. Zij dompelen zich onder, wagen zich in het diepe, zij spatten elkaar nat onder het slaken van vreugdekreetjes en prijzen de superieure rivier, haar waterkwaliteit en temperatuur, om uiteindelijk kopje onder te gaan in de eeuwigheid. Zij willen één worden met de rivier, maar die maalt daar niet om. Mijn advies is: houdt u zich bij pootje baden! Ga in ieder geval nooit verder dan uw middel de rivier in. Beter nog, houdt gepaste afstand; dat geeft overzicht en inzicht.
Geeft uw ogen de kost en weet dat indrukken uitgedrukt moeten worden om niet alles onopgemerkt voorbij te laten gaan. Indrukken zijn er immers niet om te onderdrukken en weet ook dat in verlichte tijden – wij leven in een hel overgoten verlichte tijd, waar alles schijnbaar zonneklaar is – de duisternis zich alleen maar klein houdt en zich balt in zijn donker hol. Vrees daarom de critische massa van de duisternis; onderdrukking van indrukken betekent gevaar. Weet dat onder het sprankelend, licht tintelende oppervlak van de rivier de duisternis heerst. Weet dat, hoe meer mensen zich overgeven aan de rivier, hoe woester de kolkende massa wordt. Het feestgedruis in de rivier is slechts schijn. Weet dat alles begint met een vraagteken; waar zijn de vraagtekens gebleven?
Nu iets wat me werkelijk dwars zit: weet u, er is nu sprake van een verregaande debilisering. De kleine geesten, voor wie het zeker weten lijkt te zijn uitgevonden, ridiculiseren de grote geesten. De grote geesten, met hun weifelend, alomvattend onzeker weten, die de beschaving denken te vertegenwoordigen, worden nu door de kleine geesten in de maling genomen zonder dat ze het door hebben. Als het aan de kleine geesten ligt, en zover is het al, kunnen de hoge geesten hoog of laag springen: zij gaan hoedanook vroeg of laat de boom in.
Hoe uitdrukkelijk moet je zijn tegen hen die van indrukken aan elkaar hangen? In stabiele tijden worden indrukken uitgedrukt. We leven echter in andere tijden; de tijd is nu vol, hectisch en complex en overladen, voor ieder zwaar. De tijd dringt zich op en éénieder verdrinkt in de tijd. De rivier is inmiddels aangezwollen tot een niets ontziende modderstroom. En, wie wenst er meegesleurd te worden in een modderstroom?