Abusievelijk Abc
Alle geile zalmen zwemmen naar zee
dansende darren opwaarts de stroom
sip als een boemerang niemand zegt nee
de wetsteen is wet waar zonder schroom
boekdelen lallen van bronst onverlet
in de alom tierende vroomzieke droom
Braak liggen de gronden voor wie kust
van de dageraad de aars met z’n baard
ah zie de moede koe hoe zij troostrijk rust
haar kop op de kont van haar zus
& langs alle waarden naar hun aard
het schaap haar eigen schaduw baart
Chef-kok baldr aanhoort zijn gerecht
alles van aarde liegt & ijlt het is
wat men dregt & wat u zegt net echt
vrijmoedig u leest hier op de plee
de aan hitler toegeschreven goudvis
eerlijk erfgoed – t zit m niet mee
*
Zo speelt in haar zelfvoldane spelonk
de nijvere arbitrix
met haar goddelijke vonk