Van beroep ben ik knelpunt. Ik ben ternauwernood woonachtig maar voor de rest ontzettend werkzaam. Wie heel opmerkzaam is, ziet me zo komen. Anders zie je me zo gaan.
Stel, ik heb gedaan met werken, de werkdag zit erop. Als knelpunt weet ik overigens nooit helemaal wanneer het werk erop zit. Maar dat zal u worst wezen. Ik kom dan thuis, doorgaans afgepeigerd. Het is geen makkelijke stiel, knelpunt van beroep. Dan begrijp je dat ik ternauwernood woonachtig ben. Maar eerder amechtig.
Het kan zijn dat ik holderdebolder ben ingesprongen om een plaatselijke reportage te maken die ik dan uit derde hand schrijf omdat ik de middelen niet heb om plaatselijk een vraaggesprek te voeren met lieden die zich omringen met zwaar gespierde torso’s waar altijd wel wat vuurwapen aan wappert. Ja, inderdaad, ook lokale nieuwsgaring is in een knelpunt geraakt. Laat staan dat ik recht heb om te reizen met de trein in eerste klas.
Soms ook moet ik instaan om ratten te vangen en te doden. Soms sta ik in voor een mevrouw aan de kassa, hoewel dat nooit lang duurt. Als bouwvakker of instant loodgieter wil ik nog wel eens loos gaan.
Ik ben ooit opgeroepen om de rol van eerste minister te spelen omdat geen enkele formateur een regering kon vormen. Ik heb toen geweigerd. Het land besturen is geen beroep maar een roeping. En dus kan daar van een knelpunt geen sprake zijn. Hoewel ook in de politiek de roepingen afnemen. En de zaak daar richting knelpunt evolueert. Maar dat is geen probleem. Zoals nu overal de kerken leeg staan en wachten op een nieuwe bestemming, zullen de parlementen en senaatgebouwen wel vlug een nieuwe bestemming vinden.
Ik ga nu slapen. Om slaapachtig en slaapzaam te worden.
(Deze tekst dateert van 2014. Werkzaam werken moest nog worden uitgevonden in de Wetstraat. Ik had het toen al zoals je hier kunt zien. Burnout was nog geen plaag maar het zat er aan te komen, zoals je hier kunt zien)