Ik tast volop in het duister en sta op.
Vandaag geen zon, hoera, het regent. Voor de rest ligt iedereen zo stil, nog vast in slaap, de weerman zijn gelijk.
De lust tot fluiten borrelt op. Ik houd het voor gezegd en zwijg heel even. Ik laat de plee zingen in mijn plaats, hoera, het regent.
Hemeltje, waar wolken dicht bijeen gepakt en gezakt en beladen wachten op hun beurt om te druilen,
geef ons een dag als geen ander. En morgen nog zo een.
|
Je tâtonne pleinement dans la pénombre
quand je me lève. Aujourd’hui, le soleil prend congé, il pleut, enfin, youppie. Les autres ne bougent pas, dorment et donnent raison à la météo.
Je sens venir l’envie de siffler. Je crois toutefois avoir tout dit et me tais, un moment. Je fais chanter les chiottes à ma place car youppie, il pleut.
Ô ciel, où les nuages se rassemblent et descendent, attendent chargés pour pleurnicher à leur tour,
donne-nous un jour pas comme les autres. Et demain encore un comme ça. |