Ergo
En de maan van was wast of geen duister was
haar aanschijn wars beplast alras het luisterglas
kil verstilt het witte wif & alle dimster sterft en masse
zy dommelt schrijlings in heur sas op ’t sterrenras
Rechtstandig vlaagt & vraagt & vaagt de hemelzoon
de heuvels om de doem van dal & al verschoond van schroom
sterker dan de zon, de zee, het brullen van de modderstroom
regen wast de wond’re wijze wei-de we-reld rein & schoon
Ga dan, wees & rijs reiziger in lingerie zo zij & zacht
zoek de verschillen, het kruipbehang, de korenwan
eens in de optelsom van haat & smaad raak ik uw vacht
O ik dank, ik denk, vandaar mijn lief ik ben & ban
de lustloos bange pen die dag pent waar de nacht
herwint haar roep & licht & overmacht o daar niet van
ill. onbekend