leesvoer
ben een worm ik schuifel
op slaapgrage voeten
door de kluisters van je kasteel
hebt me spraakloos toegelaten
de lakens toegedaan
over mijn gefronst skelet
je bent de dronken engel
m’n hang naar honger heb je
weggemoffeld in alinea’s
ik ben voldoende omgelopen
lees de handdoek bij het open raam
en repeteer je naam