Winter, en het licht is promiscue
de lange armen van de aarde
ontvangen stil het residu
van sneeuw en kinderhagel
veel te traag voor een revue
voor een schedel die zich schaamt
volstaat een hoed of paraplu
neerslag en de wereld is te warm
Winter, en het plaveisel glimt
en lacht ons glansrijk uit
geen buitje dat het van ons wint
geen stug bevroren ruit
elk dreinend, spelend kind
is stiekem bruid en buit